54e Middenmeerloop
Vannacht hebben we allemaal de wijzers van de klok een uurtje teruggezet. De wintertijd is dan van toepassing en ’s avonds is het een uurtje eerder donker. Vandaag staat de 10 km Middenmeerloop van AV’23 bij mij op het programma. Als de wekkerradio het sein geeft dat het tijd is om op te staan klettert de regen tegen de ramen. Een verre van prettig vooruitzicht om te gaan lopen. Tegenwoordig ben ik een mooi-weer-loper geworden sinds ik gepensioneerd ben. Maar ja, je hebt het niet altijd voor het zeggen. En alle vrijwilligers van AV’23 zijn per slot van rekening ook in de weer om het de lopers naar de zin te maken. Dus weer of geen weer, we gaan gewoon op pad.
M’n warming-up doe ik vanuit huis. Het is slechts 1½ km lopen naar de atletiekbaan en die afstand kan ik mooi gebruiken om de spieren op te warmen. Op de Radioweg hoor ik de stem van Johan van Steen al door de speakers schallen. De kinderloop heeft reeds plaatsgevonden en de eerste deelnemers aan de 5 km komen al weer binnen. Bij de administratie, een tent op het grasveld van de baan, haal ik mijn startnummer en chip op. Even later heb ik de chip aan een veter van m’n schoen bevestigd. Dan heb ik nog even de gelegenheid om met verschillende mensen een babbeltje te maken gevolgd door nog een korte warming-up. De meeste deelnemers hebben al plaatsgenomen achter het startdoek in afwachting van het startschot.
Zoals gebruikelijk ga ik helemaal achteraan staan. Dat heeft een voordeel, want je kan door niemand meer ingehaald worden. En zelf kan je dan nog hardlopers inhalen al doe ik de wedstrijd snelwandelend. Als het startschot heeft geklonken gaat de meute van start. Zoals altijd bij hardloopwedstrijden trekt een lang lint van atleten dan over de paden en wegen. Aan het eind van het Middenmeerpad wordt koersgezet naar het Science Park, het wetenschappelijk centrum van Amsterdam, waar een paar jaar geleden ook een prachtige sporthal is verschenen. Bij ieder kruispunt of afslag staat er een medewerker of medewerkster van AV’23 om de lopers in goede banen te leiden. Aan het eind van het pad staat Ilona van Riemsdijk de hardlopers de juiste weg te wijzen. Als ik passeer geef ik Ilona een high-five en ga meteen verder. Een moedig woordje hoor ik haar nog naroepen.
Gelukkig heeft de regen niet doorgezet en sinds mijn warming-up is het droog. Wel staat er een straffe wind, maar dat zal de komende uren nog veel erger worden. Op het pad langs het Amsterdam-Rijnkanaal liggen afgewaaide boomtakken en bladeren. Ook dat zal de komende uren nog veel erger worden. De bevolking wordt nu al gewaarschuwd voor een zware storm, met rukwinden tot 140 km/p.u. Het lange lint van hardlopers is helemaal uit elkaar getrokken. Af en toe haal ik nog een hardloper in, maar ik moet er hard voor werken. Wel voel ik dat ik vorige week de marathon van Amsterdam heb gelopen. Maar ja, dat is natuurlijk logisch. Ondanks het voornemen om het vandaag rustig aan te doen, ga ik toch sneller dan aanvankelijk gepland. Het is toch allemaal zo leuk. Voorzichtig breekt het zonnetje door en het wordt alsnog een schitterende dag. Het is toch maar goed dat we op pad zijn gegaan. De thuisblijvers zijn dit keer echt de verliezers.
Op de plek waar de laatste huizen van Diemen-Noord staan slaan we een onverhard pad in door een parkje, gevolgd door een rustiek wegje langs het water van de Diem. Dit pad eindigt bij de Muiderstraatweg en een kilometer verder zijn de eerste huizen van Diemen bereikt. Langs de kinderboerderij en de Sporthal Diemen ben ik bijna thuis. Tenminste als ik niet aan deze loop zou meedoen. Dan zie ik Rietje Dijkman met een vlag zwaaien. Zij heeft mij eerder in de gaten dan ik haar. De laatste kilometer is voor mij aangebroken en Johan van Steen heeft het druk om de atleten binnen te praten. Een kaarsrecht voetpad brengt ons terug bij de atletiekbaan en weldra is het mijn beurt om de eindstreep te passeren. Met een tevreden gevoel kan ik me huiswaarts begeven nadat ik eerst een aantal medewerkers heb bedankt voor hun inzet. Want zonder al die vrijwilligers is er geen Middenmeerloop. Laten we dat in onze oren knopen.