Geert Grootepad deel 1
Deventer – Zwolle
Graag wijk ik van m’n vaste wandelroute door de stad af om een bezoekje te brengen bij reisboekhandel Pied à Terre. Dit bedrijf is gespecialiseerd in topografische kaarten en wandelgidsen, en tegenwoordig gevestigd op de Overtoom nabij de Tweede Constantijn Huygenstraat in Amsterdam. Het is daar echt een eldorado voor de sportieve wandelaar, fietser en bergsporter. Uit een groot assortiment van stafkaarten en gidsen is er altijd wel een nieuwtje voor me bij. Nu is dat ook weer het geval en ik verlaat het pand met drie mooie boekjes onder mijn arm. Een daarvan is een gedetailleerd boekwerkje van het Geert Grootepad. Een wandeling in de omgeving van het IJsselgebied met haar rustieke plekjes en oude dorpjes. Deze 100 km lange voettocht slingert door het fraaie, afwisselende Sallandse landschap. Een mooi gebied en voor ons weer eens een andere omgeving. Wie Geert Groote was en wat hij deed kunt u lezen in het wandelgidsje, maar natuurlijk ook op Wikipedia.
Enfin, gewapend met een camera en een rugzak met proviand gaan Cisca en ik op pad om de idyllische plaatjes op de route vast te leggen. De reis naar Deventer verloopt voorspoedig en we beginnen meteen met een stadswandeling van amper 5 km. Hieruit blijkt dat de Hanzestad nog over veel mooie oude gebouwen beschikt. De stad sloeg, toen met Kampen en Zwolle een gemeenschappelijk munthuis werd geëxploiteerd, op eigen naam geld tot 1698. Voor de VOC werden in het stedelijke atelier in 1702, 1707 en 1708 nog dubbele stuivers geslagen.
Evenals in Amsterdam wemelt het er in de binnenstad van paaltjes. Van die paaltjes om ongewenst parkeren te verhinderen en om de rijbaan duidelijk van het trottoir te scheiden. Deze paaltjes dragen allemaal het oude stadswapen, een adelaar op een schild gedekt door een keizerskroon van het Heilige Roomse Rijk. Bij de IJsselkade ligt de veerpont van Deventer De Welle naar De Worp werkeloos aan een steiger in afwachting van passagiers. Ontegenzeglijk steekt de imposante toren van de Lebuinuskerk hoog boven de stad uit. Om een gevoel van ‘lekkere trek’ te stillen kopen we bij de plaatselijke Bakker Bart een kersenkoek en een kopje koffie. Bij een van de tafeltjes in de lunchroom nemen we plaats en smullen van de lekkernijen.
{quote}kersenkoek en rijksappel{/quote}
Daarna gaan we gelaafd op pad en wandelen door diverse parken die de stad rijk is. Op een van de hoogste plekken van de stad staat de watertoren van Deventer. De watertoren met bijliggend pompstation is nog steeds in gebruik. Er wordt hier van 130 meter diepte zeer zuiver water opgepompt. Het in 1893 in neorenaissance stijl opgetrokken bouwwerk heeft een reservoir van 500 m³. De toren heeft een hoogte van 53 meter en is zelfs op een Nederlandse postzegel afgebeeld. Na verloop van tijd hebben we de stadsgrens van Deventer bereikt. Een grenspaal, met een gouden schild waarop een adelaar met gespreide vleugels is afgebeeld, staat bescheiden langs de kant van het pad. Op het schild bevindt zich in kleur een kroon met de rijksappel. De paal is door de elementen van de natuur aangetast, maar nog steeds een sierlijk voorwerp. Via allerlei slingerende paadjes en mooie bospercelen arriveren we in het dorp Diepenveen, behorend tot de gemeente Deventer. Van 1811 tot de gemeentelijke herindeling in 1999 was Diepenveen een zelfstandige gemeente met een eigen bestuur.
Langs de Zandwetering zetten we de route voort. We wandelen langs het voormalig klooster waarvan de kerk uit 1411 dateert. Over paden langs landgoed Oud Rande stuiten we op de dwarsliggers van de spoorlijn van Deventer naar Zwolle. Voorzichtig steken we de onbewaakte spoorwegovergang over en wandelen vervolgens over allerlei leuke kronkelende paadjes met hier en daar een bosperceel. Dan staan we voor een hoog brugje. Op de achtergrond staat Havezate De Haere. Vroeger was dit huis het eigendom van Roderik van Voorst, een roofridder die woonde in kasteel Rechteren bij Dalfsen. Eeuwenoude lindebomen kijken hier op je neer en aan het eind van de slotgracht staan we bij de IJssellinie, een Nederlandse waterlinie tegen een Russisch offensief (1950-1968) “De Koude Oorlog”. Bij de spoorlijn treffen we een tankkazematgroep. Dit was de noordelijkste tankkazematgroep en bedoeld om te voorkomen dat de Russen via de spoordijk het gebied konden betreden. De voorste in het beton gestorte Shermantank uit de Tweede Wereldoorlog was een tank met een 76 mm geschut.
Niet veel later wandelen we de plaats Olst binnen. Vandaar gaan we over idyllische paden en wegen, via het gehucht Boskamp, naar de buurtschap Middel en vervolgens naar het dorp Boerhaar. Het uitzicht heeft een landschappelijk karakter met prachtige, statige boerderijen en kleinschalige stallen. De grote kerk van Boerhaar zien we al van verre. Vanaf 1795, in de Franse tijd, heerste er vrijheid van godsdienst en mochten de katholieken weer kerken bouwen. Sinds 1912 staat er in Boerhaar, gelegen op een steenworp afstand van het dorp Wijhe, een neogotische kerk in plaats van de eerder gebouwde waterschapskerk.
Bij een spoorwegovergang in de plaats Wijhe gaat er een bel rinkelen en weldra dalen de spoorbomen in horizontale positie, zodat de overweg voor enige tijd voor al het overige verkeer is versperd. Een half minuutje daarvoor zijn we de spoorbaan al overgestoken en op een drafje rennen we zo’n slordige 300 meter naar het perron om de aankomende trein vanuit Zwolle naar Deventer te halen. Cisca doet haar uiterste best om die laatste meters in een hoog tempo af te leggen. Reizigers verlaten inmiddels de stilstaande trein. De conducteur blaast al op een fluitje. Een hoog schel geluid schalt er door m’n oren. Hij ziet ons aanstormen. Het is een kwestie van enkele seconden. En …….. ja hoor, het lukt! Eenmaal op adem gekomen blader ik, in een vrijwel leeg treinstel, het wandelgidsje door, want ik ben erg benieuwd naar het volgend traject. Wanneer dat gaat plaatsvinden. Daar heb ik op dit moment nog geen idee van.
Wordt vervolgd