Willibrorduswandelpad deel 2
Om het volgende deel van het Willibrorduswandelpad af te leggen moeten we teruggaan naar de plaats Krommenie. Juist op het moment dat de Sprinter van de Nederlandse Spoorwegen het station van Krommenie-Assendelft binnenrijdt, is de Top 2000 bij rugnummer 1391 aanbeland. Bruce Springsteen speelt ‘Waiting on a sunny day’, een toepasselijke wens die wij vandaag ook hebben. Helaas is dat nog niet het geval. Maar wat in het vat is, verzuurt niet. De hemel is bewolkt met hier en daar een vleugje blauw. Om bij het bewuste punt te komen, waar we de vorige keer onze wandeling hebben onderbroken, moeten we dezelfde 1300 meter terug langs de spoorbaan en een druk bereden verkeersweg. De spoorbaan op zich is niet zo vervelend, maar die verrekte snelweg. Daar zoeven de personenauto’s in een hoog tempo voorbij, met als dank een doorzichtig gordijn van stinkende uitlaatgassen achterlatend. Dit zijn wel de minst interessante stukken. Maar ja, er zit niets anders op. Het is tenslotte een aan- en aflooproute.
Als we eenmaal op die plek zijn, steken we de met ahobs beveiligde spoorwegovergang over. Nadat we de spoorbaan gekruist hebben, begint er een bel te rinkelen en de ahobs dalen automatisch in een horizontale stand. Hierdoor moet het overige wegverkeer noodgedwongen een stop maken. Vanuit Alkmaar nadert er met hoge snelheid een Intercitytrein. Wanneer de trein de overweg is gepasseerd is het geklingel van de bel voorbij en de spoorbomen gaan weer omhoog. Even later hebben de automobilisten hun weg vervolgd en de rust is hersteld.
We wandelen nu precies dezelfde route als die bij de Stelling van Amsterdam. Eerst lopen we langs Fort a/d Ham en vervolgens langs het kruitmagazijn bij den Dam. Een eind verderop passeren we nog twee kruitmagazijnen. De één nog mooier dan de ander. In één van die gebouwen is een Luchtoorlogmuseum gehuisvest. Voor het gebouw staat een propeller van een oud gevechtsvliegtuig. Rechts van ons hebben we de Uitgeester- en Heemskerkerbroekpolder en links de Noorderpolder. We blijven de Noorder IJ en Zeedijk voor vele kilometers volgen, die als een rivier door het Noord Hollandse landschap meandert.
De spaarzame blauwe plekken in het wolkendek zijn allemaal dichtgetrokken. {quote}een propeller van een oud gevechtsvliegtuig{/quote}Het is nu geheel bewolkt en het zonnetje maakt geen schijn van kans. Helaas, helaas, we moeten de wens op een mooie zonnige dag maar verschuiven naar een andere keer. Ter hoogte van een zijweg stuiten we op een prachtige oude stenen paal. Een paal van het Hoogheemraadschap Noordhollands Noorderkwartier. Deze grenspaal markeert het punt die na de dijkdoorbraken van 1717, tot 1921 op de Assendelverzeedijk de nieuwe grens aangaf van de onderhoudsplicht van de beherende waterschappen ten noorden en zuiden ervan.
Regelmatig zien we grote vliegtuigen van diverse luchtvaartmaatschappijen naderen. Omdat bij ieder toestel de gezagvoerder de daling reeds heeft ingezet, zijn de vliegmachines duidelijk waarneembaar. Langzaam zie je de metalen vogels hoogte verliezen en zullen binnen afzienbare tijd een landing op Schiphol-Airport maken. De meeste vliegtuigen behoren tot onze nationale trots. Dat is ook logisch, want Schiphol is de thuishaven.
Aan het eind van de kronkelende Zeedijk ligt over de volle breedte van het blikveld het Noordzeekanaal. Deze vaarweg werd op 1 november 1876 officieel door Koning Willem III voor de scheepvaart geopend, een kortere verbinding van zee naar de hoofdstad Amsterdam is hiermee ontstaan.
Op het moment dat wij arriveren vaart de pontbaas van Connexxion Ferries net weg. Een slechter moment hadden wij niet kunnen kiezen. De uitbater van een cafetaria heeft de deuren gesloten. Het schamele gebouwtje ziet er troosteloos en verlaten uit. In een tuin staan lege kratten netjes opgestapeld. Een rijwiel staat geparkeerd tegen een heg. Voor de rest is er helemaal niets. In een bushaltehokje is een bankje onbezet. Dus ploffen wij op het metalen rek neer. Nu merk je pas dat het koud is. Het lichaam is door het wandelen op temperatuur, maar koelt nu snel af. Gelukkig is er genoeg afleiding, want er varen een boel boten voorbij. Een draagvleugelboot van Connexxion onderhoudt de dienst van Amsterdam naar Velsen-Zuid. Op volle snelheid is de boot op weg naar De Ruyterkade aan de achterzijde van het Centraal Station. Een zwaar beladen containerschip is op weg naar de haven van IJmuiden en zal daarna het ruime sop kiezen. Een tanker van Gulf zal straks zijn lading in één van de reservoirs van het havengebied overpompen. Langzaam tuft de veerpont naar de overzijde van het Noordzeekanaal. Als de platbodem eenmaal aan de wallenkant is afgemeerd, nemen automobilisten, brommers en fietsers de plaats in van diegene die de pont zojuist hebben verlaten.
Een half uur later hebben wij de overtocht gemaakt. De onderdanen zijn uitgerust en we kunnen weer op pad. Het landschap is aan de andere oever compleet anders. Veel aantrekkelijker dan die saaie, kronkelige dijk, die we de afgelopen twee uur hebben bewandeld. Op een alleraardigst grasdijkje wandelen we over de rechter oever van het Zijkanaal C. Hier passeren we een scheepswerf en even later het natuur- en recreatiegebied Spaarnwoude. Een grote groep ganzen vliegt in formatie voorbij. Steeds wordt de koppositie door een ander overgenomen. Dit is het aflossen zoals het hoort. Ze hebben er in ieder geval schik in, want het luidt gegak zal niemand ontgaan. Dan wandelen we over de paden van de golfbaan van Spaarnwoude. Menigeen is bezig met het balspelletje. De toegang op de wandel- en fietspaden geschiedt op eigen risico. Maar, ik heb het volste vertrouwen in de sporters. Zonder kleerscheuren of hoofdletsel bereiken we het eind van de golfbaan en naderen vervolgens de plaats Spaarndam. We lopen door het centrum van het dorp en slaan daarna af om langs het Buiten Spaarne naar Haarlem te kuieren. Het wordt zo langzamerhand tijd om huiswaarts te keren en bij het station van Haarlem onderbreken wij deze wandeling.
wordt vervolgd.