Willibrorduswandelpad
Diverse malen pijnigt de naam Willibrordus mijn kleine hersenen. Waar ken ik die naam toch van. Willibrordus, Willibrordus loop ik te peinzen en dan gaan mijn gedachten opeens naar Bonifatius. Waarom? Ik weet het niet. Neen, ik heb zelfs geen flauw idee. Bij nader onderzoek blijkt dat Willibrordus, een bisschop was en bekend staat als ‘apostel der Friezen’. Natuurlijk weet iedereen dat Bonifatius tijdens een bezoek om de Friezen tot het christendom te bekeren bij Dokkum is vermoord. In 719 ontving Willibrord bezoek van Bonifatius, die na een verblijf van drie jaar naar de Germaanse landen vertrok om het evangelie aldaar te verkondigen. Willibrordus wilde hem aanwijzen als opvolger van de bisschopszetel, maar Bonifatius gaf toch de voorkeur aan het missiewerk en weigerde. Uiteindelijk werd Bonifatius door de paus als bisschopmissionaris van de Germaanse gebieden benoemd.
Daar Willibrordus veel in ons land heeft gereisd is het idee ontstaan om het Willibrorduswandelpad te ontwerpen. Een wandelpad dat na realisatie is onder gebracht in het netwerk van lange afstandspaden in Nederland. Het pad begint in Alkmaar en eindigt na een wandeling van bijna 225 km in de stad Utrecht. Desgewenst kan de wandeling ook vanuit Utrecht gelopen worden. Het is een keuze. Met de hulp van een uitgebreide routebeschrijving, een flink aantal topografische kaarten met intekening van het traject en een geelblauwe markering in het veld moet het de wandelaar een feilloze wandeltocht bezorgen. Omdat Cisca en ik in de loop der jaren al heel veel recreatieve paden hebben gewandeld, willen wij ook dit pad op ons palmares bijschrijven.
Op een doordeweekse dag gaan wij naar Alkmaar en allereerst wordt ons een prachtige stadswandeling voorgeschoteld voordat wij aan het buitengebeuren beginnen. We treffen daar een van de oudste panden van Alkmaar, gebouwd in 1540, aan. Vervolgens het gotisch renaissancistische stadhuis en niet te vergeten De Waag. Het zinnebeeld van Alkmaars welvaart als handelsstad. Het Wildemanshofje, een van de sfeerrijkste hofjes, is ook een bezoekje waard. Daarnaast is er een biermuseum in de stad gevestigd. Ach, ga zelf maar eens ronddolen. Het is beslist de moeite waard. Via de stadswal met een prachtig zicht op molen De Groot van Piet wandelen we in de richting van het Alkmaarder Hout. Langs de Kattenberg, een grote zandheuvel ontstaan door zand uit de slotgracht van Nijenburgh, lopen we naar het buitenverblijf. Huize Nijenburgh stelt mijns inziens niet zo heel erg veel voor en de slotgracht lijkt meer op een brede sloot waar een paar eenden in ronddobberen dan op een heuse singel.
{quote}het gebied was dor en droog en de dorst begon hen te kwellen{/quote}
De eerste plaats die wij op deze route tegenkomen is Heiloo. Het huidige ‘witte’ kerkje, een markant bouwwerk, dateert uit 1630. In de 8e eeuw stichtte de benedictijner monnik Willibrordus hier een kerk, die vervolgens in 1568 afbrandde. Achter de kerk vindt men de Willibrordusput. Een waterput die al sinds de vroege middeleeuwen pelgrims trekt. Op zijn reis langs de Hollandse kust zouden de bekende zendeling en zijn volgelingen hun tenten hier hebben opgeslagen. Het gebied was dor en droog en de dorst begon hen te kwellen. Daarom bad Willibrord de hele nacht tot God. De volgende morgen ontstond op de door hem aangewezen plaats een waterbron. Als we de spoorlijn in zuidelijke richting volgen komen we in Limmen. Een dorp dat bekendheid verwierf door de bloembollenteelt. Tot grote verbazing komen we in een voortuin sneeuwwitje met haar zeven dwergen tegen. Zouden ze verdwaald zijn? Geen enkel idee! Man, man, wat is die meid wit. Daarmee is echt niet teveel gezegd. De dwergen zijn uit hetzelfde hout gesneden. Nou ja, bijna dan! Even later schampen we de N203 en langs de oostkant lopen we de plaats Castricum binnen. We hebben nu ruim 20 km op de teller staan.
We kruisen de spoorlijn van Amsterdam naar Den Helder en verlaten langs enkele sportvelden de Noord Hollandse badplaats. We wandelen voor enige tijd parallel aan het Noord-Hollands duingebied en richten ons vizier op het dorp Uitgeest. We bevinden ons nu in het klassieke Noord-Hollandse polderlandschap. Allemaal krappe, bochtige polderweggetjes geflankeerd door smalle sloten. Jawel, heel veel zelfs. Precies zoals polderweggetjes er behoren uit te zien. Dit heeft zeker z’n bekoring. De geestgronden hebben plaatsgemaakt voor veen. Even verder treffen een poel langs de kant van het pad. Achter het riet drijven zes drijfsijssen in het water. Vier mannetjes en twee vrouwtjes. In het naastliggend weiland staat een groep paarden. De edele viervoeters genieten van het prachtige najaarsweer. Een witte reiger staat stokstijf langs de kant van een sloot. Hij aast op een tussendoortje en heeft geen aandacht voor z’n omgeving. Over een sompig graspad wandelen we langs de noordzijde van de plaats Heemskerk en arriveren tenslotte bij het station van Uitgeest. Hier kruisen we de dwarsliggers via een tunnel en lopen het dorp binnen.
De dorpskern van Uitgeest is beslist de moeite waard om eens nader te bekijken. Vooral het oude gemeentehuis is een juweeltje. Daarna verlaten we het dorp en zien de watermolen Tweede Broeker. Even later slaan we linksaf over een smal asfaltfietspad langs het Uitgeester- en Alkmaardermeer. De wind staat pal in het gezicht en het riet aan de oever gaat daar gebukt onder. Het fietspad vervolgen we over een veelvoud van kilometers tot aan de Markervaart. Aan de overzijde van het water ligt de Westwouderpolder met het rustieke dorpje De Woude. Wederom volgen we een fietspad voor enige kilometers. Ter hoogte van de plaats West-Knollendam splitst de Markervaart zich in de Nauernaschevaart en de Zaan. Wij volgen het pad langs Nauernaschevaart en bewonderen De Woudaap, wederom een watermolen. Deze achtkantige bovenkruier stamt uit 1651. Het zelfbedieningsveer is uit de vaart. Van medio april tot half oktober kan een wielrijder of voetganger zichzelf via een kabel naar de overkant trekken.
Enfin, wij slaan rechtsaf en doorkruisen de Krommenieër Woudpolder. Hierbij doen we het dorpje Krommeniedijk met z’n prachtige kerk aan. Tevens bevinden wij ons hier op de route van de Stelling van Amsterdam, het verdedigingsstelsel uit vervlogen tijden. Nog enkele kilometers en we staan voor de spoorbaan. Juist, die spoorbaan die we al diverse keren hebben gekruist. Het aantal afgelegde kilometers komt op 40,9. Hier onderbreken we de wandeling en lopen ongeveer 1300 meter over het fietspad parallel aan de spoorbaan naar station Krommenie-Assendelft. Dit betekent dat er precies een marathonafstand is afgelegd. Niet slecht.
Wordt vervolgd…