Diever Boscross of veel liefs uit het Noorden
Stijf en heel langzaam bukte ik om de post en reclamefolders van de deurmat op te rapen. Ik kieperde de december-reclamefolders direct bij het oudpapier, toen er een heel klein envelopje tussen uit viel. Een geel envelopje van 5 bij 5 cm met adres en postzegel. Nieuwsgierig en weer heel langzaam raapte ik ‘t op (de boscross-marathon van zaterdag zat nog overal in m’n lijf).
In keurig rond meisjeshandschrift las ik Johan van Steen, Duivendrecht.
Er zat een heel klein roserood kaartje met hartjes en tierelantijntjes in.
Toen ik het kaartje openvouwde schoot ik in de lach.
Zaterdagmorgen om 08.00 uur vertrekken voelt vroeg, maar dat hebben we, Frans, Paul en Johan wel over voor een cross door het Drents Friese Wold.
Dit wordt onze vierde start in Diever, dat wat ons betreft garant staat voor een mooie loop, vriendelijke mensen en prima verzorging.
Het parcours van de boscross is een rondje van ca. 10,5 km, over bospaden met daarin natuurlijk alle heuveltjes die de organisatoren maar konden vinden.
Loop je dit 4 keer dan heb je een marathon afgelegd.
Het is weer gezellig druk in het Dingspielhuus: sporthal, wijkcentrum en café ineen.
Overal voldoende vrijwilligers, parkeerbegeleiders, inschrijvers, hoe doen ze dat toch.
Frans laat zich dit keer niet ompraten en schrijft in voor de halve, 2 rondjes lijkt hem vandaag zwaar genoeg.
Dit jaar hebben Paul en ik aan 7 marathons (of langer) meegedaan, voelen ons ervaren genoeg om relaxed achter het midden van het peloton lopers te gaan staan.
Naast ons staan 2 Engelse lopers, aparte verschijningen, de één loopt in korte broek en is van top tot teen getatoeëerd met vlinders de ander is klein en kogelrond; ze lopen vandaag hun 256ste marathon. Daar word ik even stil van.
(In dit tempo nog 35 jaar marathons lopen).
Het heeft de laatste weken flink geplensd in Nederland. Op de bospaden liggen enkeldiepe plassen water. Meestal kun je er net langs lopen over een strookje van 15cm tussen het water en de eerste boompjes, soms niet.
Zoals bij elk loopje wordt er flink wat afgekletst in de eerste kilometers. Maar hier heb je alle concentratie nodig om al die plassen te ontwijken en dat lukt me de eerste ronde nog aardig. Als je toch door een plas moet wordt gek genoeg niet de voet in de plas nat, maar de andere er boven door de golf opspattend water door de bovenkant van de schoen.
Paul begint een gesprek met een jongedame die er flink de gang in heeft zitten. Hij vertelt een theorie dat het niks uitmaakt of je in de eerste ronde of wat later in de plassen trapt, nat word je toch. Dat lijkt haar ook wel wat en samen stampen ze er 3 ronden lang gezellig keuvelend, door de plassen en over de heuvels op los.
Ze stopt na 3 ronden Diever is voor haar onderdeel van voorbereiding op haar eerste marathon. Op gepaste afstand, (tussen 100 en 200 meter), volgen Frans en ik, het stel horen we continu, wat zouden ze toch allemaal te vertellen hebben?
Verzorgingsposten zijn er bij de start/finish en verder keurig verdeeld nog 2 in het bos. Als Frans er mee stopt neem ik de tijd voor een bekertje bouillon, lekker zout na al die zoete sportdrank.
Aan het begin van de vierde ronde zie ik Paul over een lang stuk weg weer voor me lopen; in z’n eentje. Ik maak m’n plan: heel rustig naar hem toelopen, zo’n 20 meter er achter blijven hangen en dan vlak voor de laatste grote heuvel ernaar toe, omhoog er langs en dan met de ‘Gerard Lijnzaad-techniek’ (laat de zwaartekracht voor je werken) naar beneden en zolang mogelijk een hoog tempo aanhouden op het vlakke nooit meer achterom kijken tot de finish.
Maar bij de eerst volgende verzorgingspost wandelt Paul een stukje en ik kom hem al voorbij. Ga maar ik kan toch niet van je winnen, zegt ie. Jammer van m’n tactische plan, nu maar gewoon doorzetten en licht proberen te blijven lopen. Ook bij mij slaat de vermoeidheid toe en elke dennenappel waar ik op trap (en er liggen er heel wat in een dennenbos) doet zeer.
Frans staat me bij de finish frisgedoucht op te wachten, met 3.56 nog wat ik ben tevreden. En Paul volgt 4 minuten later stilletjes in 4.01
De Engelsen haalde ik in m’n laatste kilometers in, zij waren te laat (4 uur plus) om aan hun 4e ronde te beginnen. Hun teller blijft voorlopig staan op 255.
Na een flinke kop erwtensoep krijgen we weer wat kleur op de wangen en weer praatjes. Waar is Paul z’n muze? De schone van Appingedam met 4 hardlopende kinderen en een eigen weblog. Helaas niets meer van gehoord.
Tot dat er bij Johan een lief klein briefje in de brievenbus viel….
Dus Paul, vraag een hardloopshirt met je naam er op voor je verjaardag of laat je niet meer in het laatste rondje verschalken zodat ze je kunnen vinden in de uitslagen.