AV ’23-topper Fa Adda: De marathon heeft iets magisch
Voor Fa Adda, de trots van AV ’23 op de (middel)lange afstand, heeft de marathon iets magisch. Zij loopt komende zondag haar vierde marathon, ook ditmaal in Amsterdam. “Je moet gaan voor de belevenis en voor het plezier”, zegt ze. “Ik verheug me er op. Marathonlopen is een van de mooiste dingen van atletiek. Andere wedstrijden zijn ook mooi, maar de marathon is iets anders. Je staat ook anders aan de start.
Bij de marathon is het niet alleen het plezier van het lopen. Dat zoveel mensen voor je klappen, is een belevenis. Ik herinner me de eerste keer dat ik langs de verzorgingspost van AV ’23 kwam. Zij moedigden me allemaal aan. Daar kreeg ik kippenvel van. Wow, zo’n leuk moment was dat.
Ik loop dit jaar niet voor de tijd. Daar moet je bij een marathon niet op focussen. De tijd is afhankelijk van de omstandigheden en de vorm van de dag. Voor de tijd lopen doe je niet op een marathon. Zo was het ook bij mijn eerste in 2009. Ik wilde even proeven hoe een marathon was. Maar ik had wel een bandje om met 2.59.59. Ik wilde onder de drie uur eindigen. Ik dacht: Als het mij lukt om één seconde eronder te blijven, dan ben ik een blij mens. Maar dat zou ik ook bij 3.15 zijn geweest.
Die eerste marathon is nog steeds mijn mooiste loopervaring. Ook de voorbereiding behoorde daartoe. Ik trainde niet heel veel. Het was meer zo dat ik wedstrijden liep als training. Men zegt dat op een marathon bij 30 km de wedstrijd begint. Na 30 km begon ik beter te lopen. Bij 38 km had ik nog zoveel over. Ik kwam niet eens helemaal op binnen. Dik onder de 3 uur. De spreker riep om: ‘Fa Adda is onder de drie uur gefinisht’. Dat vond ik zo gaaf. Ik heb zoveel wedstrijden gelopen; ik kan ze niet eens tellen. Maar die eerste marathon is nog steeds de mooiste.
Ik kwam toen uit op 2.54. Het jaar erna liep ik 2.51, volgens mij nog steeds het clubrecord van AV ’23. De derde ging minder. Na 15 km ging m’n hamstring opspelen. Bij 32 km lag ik al bijna drie minuten achter op m’n schema. Ik kon wel janken van de pijn. Ik dacht: De tijd kan me gestolen worden. Maar ik wilde finishen voor Jan Mens. Hij staat er altijd. Uiteindelijk kwam ik op 2.58 binnen. Ik was ook nog de 2e Nederlandse.
Dit is wel mijn laatste marathon in Amsterdam. Volgend jaar wil ik naar Berlijn of Londen. Ik ben ook wel es uitgenodigd voor Rotterdam. Nee, dan liever in Amsterdam. Dat is zo vertrouwd. Veel mensen langs het parcours kennen me. Bovendien, Le Champion doet het heel goed. Kees Pronk van die organisatie heeft het altijd goed geregeld voor mij. Ook voor een subtopper als ik is Le Champion een toporganisatie.
Fa (geboren 1972) begon pas laat met lopen. Dat was in 2002. “Tot dan deed ik veel aerobic en af en toe een beetje lopen in het Oosterpark. In 2006 kwam ik bij AV ’23. Jan Mens was mijn eerste trainer. Een jaar later ging ik naar de Bramsterdammers. Toen pas heb ik lopen serieus opgepakt. “
Fa is vooral bekend door de vele prijzen die ze op de middellange afstand won. Vanaf 2007 is ze bijna onverslaanbaar in de categorie V35. Ze heeft in die categorie de clubrecords op de 10 km (36.40), Halve Marathon (1.21.19) en de Marathon (2.51.32) op haar naam. Ook werd ze Nederlands kampioen op de Halve Marathon bij de Vrouwen 35. Ze is een graag geziene deelneemster bij wedstrijden in het hele land.
“Trainen vind ik ook leuk omdat je met anderen een praatje kunt maken en kunt lachen. Van Bram Wassenaar krijg ik elke drie of vier weken een schema mee. Ik doe altijd iets meer. Bram vindt dat ik te veel wedstrijden loop. Oh, heeft hij jou dat ook verteld? Als Bram ooit es ophoudt als trainer, ga ik terug naar Jan Mens. En als ik zelf niet meer met de prominenten mee kan, stop ik of ga ik lopen in bedrijfsverband.
Hardlopen is voor mij vrijheid. Ik loop heel graag in Schoorl, Castricum, Noordwijk. Dan geniet ik van de natuur. Als ik in Amsterdam loop, ga ik vaak naar het Diemerbos. Op vakantie in Sankt Moritz deed ik deze zomer mee aan de Sommerlauf door een groot natuurgebied met veel klimmen. Ik ben verliefd op Zwitserland om de natuur. Het liefst loop ik waar weinig mensen zijn. Dan ben ik op mijn best. In het weekend ben ik bijna nooit in Amsterdam. Of ik doe mee aan een wedstrijd of ik ben buiten de stad.
Hardlopen is een beetje uit de hand gelopen hobby omdat ik elke dag loop. Ik vind het leuk dat ik het lopen kan combineren met mijn werk. Soms, als het op het werk druk is, denk ik: ‘Oh, ik moet vandaag nog 20 km lopen’. Maar die loop ik dan wel. Gaat het goed, dan gaat het goed. Gaat het niet goed, dan niet. Ik neem zoals het is. Ik ben een gevoelsloper. Ik push mezelf niet op training, maar wel in wedstrijden.
Vanaf het moment dat ik in Nederland kwam, wilde ik kok worden. Na enige omzwervingen is me dat gelukt. Ik werk in de directiekeuken van de Raad van Bestuur van Heineken. Ik ben dankbaar dat ik daar ben aangenomen. Het is een prachtig bedrijf met vriendelijke collega’s. En Amsterdam, misschien niet meer zo gemoedelijk als toen ik hier kwam, blijft een mooie stad.”