Bach opus 40
Wij houden van lopen. Liefst klassiek. Een pop-stukje van 10 of 15 is ook best leuk op z’n tijd hoor. Bijvoorbeeld een loopje in de buurt van ons vakantieadres, of de bedrijfsrun voor het goede doel. Niet gepland, maar spontaan; “O is het morgen? Leuk doen we”. Als tussenpretje.
Maar klassiek, dat is different cook. Daar moeten we serieus voor oefenen. Zeker drie maanden. Korter kán, maar dan moet je niet te veel verwachten van het resultaat. En dat doen we, nog steeds, iets verwachten van het resultaat. Liefst iets goeds. Dus repeteren wij, in verschillende vormen en samenstellingen en met grote regelmaat. Niet willekeurig maar volgens een schema, meestal bedacht door een expert, die helemaal heeft uitgeschreven hoe we het beste resultaat kunnen bereiken. Als we goed hebben gerepeteerd, ons instrument, met name het benenwerk, in goede staat is gebleven en onze geest goed is gestemd dan zijn we klaar voor de grote uitvoering.
Maar voor het zover is moet ik eerst iets over Bach vertellen. En Gran Canaria natuurlijk. Daar was Bach namelijk, een hele week. Rond Pasen, want dan is Bach enorm popi, vooral met zijn mega-hit Mattheus. In Las Palmas hebben ze dat nog niet zo door. Dus gingen er vorig jaar wat pluggers van het Concertgebouworkest heen, met hun instrumenten en nog wat ander artistiek volk.
Aangevuld met een heleboel talentvolle Canaries is dat een volledig Passion geworden. Een succesvolle uitvoering, maar nog geen traditie. Dus gingen ze dit jaar weer. Nu niet voor één Passion, maar elke dag een opus. Van Bach, dat spreekt.
En deze keer met een bus vol groupies. Die overal bij mochten zijn, zelfs het ontbijt met de pluggers, in the flesh.
Twee van die groupies waren wij. Maar waar de andere groupies overdag deden of het vakantie was, konden wij aan de bak. Want voor ons was het max-week, dus elke dag repetitie. Deze keer vrij letterlijk: de keuze was óf langs de kust op en neer en heen en terug, óf de vallei omhoog en terug. De laatste optie was de snelweg. Canaries blijken het te doen, maar ons was dat iets te snel.
Je plant het niet, maar het is een aanrader: de combi klassiek trainen en ontspannen. Met klimkracht in de benen en Bach in het hoofd keerden we terug, gelijk de afbouw naar de grote uitvoering in.
Drie weken later stonden we klaar voor de klassieke afstand. Niet in Marathon maar in Enschede. Daar kan het namelijk ook en dat is veel dichter bij. We waren er niet alleen, er waren er meer die geoefend hadden voor een mooi resultaat. En er waren zelfs supporters, helemaal uit Muiderberg en Diemen.
Was onze grote uitvoering net zo goed als die van Bach? Nou, niet helemaal. Er zijn verzachtende omstandigheden. Want Bach mag binnen. Dat heeft als voordeel dat de temperatuur tijdens de hele uitvoering gelijk en aangenaam is. En je hebt geen wind tegen, laat staan vals plat omhoog. Dat hadden wij wel.
Maar ook meer uitzicht: Roombeek, Bosbeek, Enschede city en Glanerbrug. En dat twee keer, want Enschede is niet groot genoeg voor één grote ronde. De uitdaging is Glanerbrug: één rechte weg 3,5 km naar beneden, wind mee, zon aan, stikheet, en 3,5 km omhoog, wind, klassiek Hollands hard tegen, zon uit, ijskoud. Houdt dan Bach maar eens in het hoofd en de moed er in. En mocht dat toch gelukt zijn dan wist onze supporter daar wel raad mee: “nu komt er een lang recht rotstuk omhoog”.
We doen al heel lang aan klassiek. En we oefenen veel. Dus waarom sommigen van ons dan toch nog klassieke fouten maken….? Te snel gaan bijvoorbeeld, vooral in het begin. Of te lang vasthouden aan een mooiere uitvoering dan je die dag aankunt. Dat zette de heren uiteindelijk stil. De ene bij 34 km, waarna hij de Glanerbruglus oversloeg, rustig naar de finish dribbelde en ongestraft gewoon in de uitslag gezet werd. En de ander vlak voor de finish, met kramp, maar die haalde het slotakkoord uiteindelijk wel legaal.
Klassiek werk heet een opus en, ik heb het opgezocht, het meervoud van opus is opera. Na Enschede beslaat mijn opera nu 40 delen waarvan ieder jaar minimaal één opus in zodanig tempo (< 4 uur) uitgevoerd dat ik nu voor het 20e jaar in de nationale marathonranglijst kom. Is mijn opera nu voltooid? Nee, zeker niet. Bach ging ook door, zelfs nadat hij doof was geworden. Bovendien heb ik nog een tweede opera te vullen: die van de ultra’s. Daar moeten nog zeker twee werken bij. Dan loopt die klassieke afstand ook nog wel even door.
Dus nog een keer trainingsweek met Bach en zijn vrienden van het Concertgebouworkest? Grote kans!