Geert Grootepad deel 2
Naast het perron van station Wijhe treffen we een machinistenbunker uit de Tweede Wereld Oorlog aan. In de deze bunker kon een treinmachinist en een stoker beschutting vinden tegen eventuele treinbeschietingen. Vervolgens wandelen we naar het centrum van het dorp. In de winkelstraat zien we de wieken van de Wijhese molen ‘De Liefde’ in ruststand staan. Deze achtkantige stellingmolen dateert uit 1703 en functioneert als korenmolen. Even later staan we aan de oever van de rivier de IJssel. We zien de kabelmotorveerpont van ‘Het Wijhese Veer’ aan de wallenkant afgemeerd liggen. Enkele auto’s en een vrachtwagen nemen plaats op de pont. Even later vaart de schipper naar de andere kant van de rivier. Daar staan weer automobilisten te wachten om naar de overzijde gebracht te worden. Ach, dit gaat zo de gehele dag door, van ’s morgens 06:30 tot ’s avonds 21:30 uur. Een half verhard schelpenpad brengt ons bij een overstapje naar de uiterwaarden van het Groot Salland Waterschap. ’s Winters staat dit gebied bij hoog water van de IJssel grotendeels onder water. In ieder geval te vochtig om het gebied dan te doorkruisen. Het overstapje helpt ons om over de afrastering met prikkeldraad te komen. We volgen een rode paaltjesroute waarbij wij op een groep runderen stuiten. De koeien zijn wel nieuwsgierig, maar hebben verder geen interesse in onze aanwezigheid.
Het pad eindigt bij een klaphekje en dan volgen we een fietspad in noordelijke richting. De zon brandt op onze huid en het is een prachtige dag om te fietsen of te wandelen. Er staat weinig wind. Kortom ideaal weer. Een groep ganzen wandelt op gepaste afstand met ons mee. Sommige vogels gaan over in een snelwandelpas. Koddig om te zien. Zouden ze in de gaten hebben met wie ze mee lopen. Dan gaan ze de fout in en hebben geen bodemcontact meer. Een hele zwerm vliegt op en zoekt beschutting in het struikgewas. Zo af en toe vaart er een bootje op de IJssel. Je kan het vandaag echt geen drukke vaarroute noemen. Bij een bocht in de dijk staat een bordje met de tekst: ‘met je voeten in de ijssel – www.ijssel.info’. Dit doen we dus echt niet, en blijven het betonfietspad over de slingerende dijk volgen. Ter hoogte van de plaats Herxen verlaten we de dijk en de rivier de IJssel. Het dorp is in diepe rust en binnen een paar minuten staan we aan de andere kant van het dorp. Hier kruisen we de spoorlijn van Zwolle naar Deventer en even later de Rijksstraatweg. Het autoverkeer raast hier met hoge snelheden voorbij en we zijn blij als we aan de andere kant van de weg rustig verder kunnen wandelen. De hemel vertoont slechts enkele witte wolkjes, maar verder is het diep blauw. Een prachtige dag om te genieten van deze mooie wandeling.
We kruisen via een brug de Soestwetering, een breed water. Op dat punt zitten vier senioren op een bankje. De fietsen staan op gepaste afstand naast het houtwerk. Ze verorberen hun meegenomen twaalfuurtje en zijn zichtbaar tevreden met deze schitterende dag. Er ontstaat een kort gesprek en daarna scheiden onze wegen. Het viertal blijft nog op het bankje zitten. Het gras staat meer dan twee kontjes hoog en we moeten noodgedwongen het karrenspoor onder aan de dijk volgen. Rechts bevinden zich uitgestrekte landerijen. Er is hier geen zuchtje wind te bekennen, het is warm. Althans het voelt warm aan. Een flink eind verder gaat het karrenspoor over in een fietspad boven op de dijk. Daar is het goed toeven, want er waait een lekker zacht briesje. Via een lange, smalle brug komen we weer aan de andere zijde van de wetering. Een half verhard pad brengt ons in het dorp Windesheim. We wandelen langs de NH kerk van het dorp. Het gebouw is rond 1565 gebouwd als bierbrouwerij van het klooster. In de 17e eeuw werd de brouwerij tot kerkzaal voor de gereformeerde gemeente omgebouwd. Tja, wat moet je hiervan zeggen.
Een bordje ‘Hof van Windesheim’ doet mij denken aan een luxueus hotel of restaurant. Zo langzamerhand krijgen we wel trek in iets te eten en te drinken. De melding dient zich precies op tijd aan. Een met bakstenen geplaveide weg brengt ons midden in het dorp. Rechts zien we een uitspanning bij een boerderij. Op het terras zitten enkele mensen te klessebessen in de zon. Dit moet ‘Hof van Windesheim’ zijn. Of niet soms? Een bordje aan de deur geeft uiteindelijk de zekerheid. We zijn op het juiste adres aanbeland en nemen plaats op een picknickbank bij een oude schuur. {quote}Windesheim doet denken aan een luxueus hotel{/quote}De eigenaar heeft de voormalige boerenschuur omgebouwd tot een zorgboerderij. De naam ‘Hof van Windesheim’ doet meer vermoeden dan het in werkelijkheid is. Een klein terras met enkele stoelen en tafels, twee parasols en drie picknickbanken. Meer niet. De koffie smaakt opperbest en de beheerder is een vriendelijke man. Moet je dan nog meer verlangen?
Na een kort rustpauze gaan we weer op pad. Via rustige paden en wegen komen we bij het natuurgebied Tichelgaten. Dit plassengebied is ontstaan door het winnen van klei voor de voormalige steenfabriek van Windesheim. ‘Tichel’ is het oud Nederlandse woord voor tegel of baksteen, afgeleid van het Latijnse ‘tegula’ ofwel dakpan. Via een voetgangerssluis gaan we het natuurgebied in. Een smal pad met veel onkruid en overhangende planten. Natuurlijk word ik hier aangepakt door rondzwermende muggen. Ze kunnen het niet laten. Gauw trek ik mijn trainingsbroek over mijn korte broek aan. Òòh, òh, ik ben weer te laat en de steekplekken zijn vrijwel meteen zichtbaar. Dat zullen wel weer van die nare opgezette, jeukende bulten worden. Bij een observatiehut is een ruime blik op het plassengebied. Weidevogels zijn hier in groten getale te vinden. Tjonge, jonge, wat is het hier prachtig. Een paar muggenbeetjes heb ik er toch wel voor over. Vervolgens klimmen we de rivierdijk op. In de uiterwaarden treffen we de droogkamers van de voormalige steenfabriek. De overblijfselen zijn overwoekerd door planten en struiken. Daarna keren we de dijk de rug toe en struinen over een smal pad tussen een afrastering van prikkeldraad en een bosperceel door. Ook hier groeien de struiken tot op het pad en moeilijk begeven we ons voorwaarts. Uitgekomen op een asfaltweg kunnen we weer ontspannen wandelen. Een verademing!
Langs een smeedijzeren hek wandelen we het Park Windesheim binnen. Het laat 18e eeuwse park is aangelegd in Engelse landschapstijl, met kronkelpaden en waterpartijen. De paden zijn overwoekerd door planten en onkruid. Voor ons is er geen doorkomen aan en we zoeken naar een redelijk alternatief. Met het onduidelijke topografische kaartje in de hand proberen we in de juiste richting te lopen. Dat is altijd moeilijk als je veel afslaat en de paden van hot naar her kronkelen. Enfin, in eerste instantie gaat het prima, maar dan worden we gedwongen terug te keren. Struiken blokkeren het gehele pad en we hebben ook geen zin om door teken betast te worden. Enigszins teleurgesteld keren we terug naar het beginpunt. Via het smeedijzeren hekwerk belanden we op een asfaltweg en met mijn oude militaire gevoel keren we uiteindelijk terug op de officiële route. Over de IJsseldijk wandelen we in de richting van de IJsselcentrale van Zwolle. Het uitzicht op de dijk is adembenemend en er is nauwelijks verkeer op de weg. Een aantal recreanten en een groepje toerfietsers is onze tegenligger. De IJsselcentrale dat stamt uit 1955 is gebouwd op een schiereiland. Met een grote bocht kuieren we om het bouwwerk heen. Dan treffen we in de uiterwaarden drie ooievaars aan. Twee mannetjes en een vrouwtje. Een oneven aantal geeft vaak problemen. Ook in de dierenwereld. De zwakste van het trio wordt verjaagd. Nu maakt het overgebleven mannetje het vrouwtje het hof. Hij staat te klepperen met al z’n energie. Even blijven we stilstaan om dit tafereel te bewonderen en daarna banjeren we verder.
Bij een steiger ligt de veerpont van Zwolle naar Hattem afgemeerd. De veerman brengt op afroep fietsers en voetgangers naar de overkant van het water. Dit keer gaan we niet mee, maar ik kan het niet laten om toch even te kijken. Cisca loopt langzaam door en ik zal haar later wel weer inhalen. Als de veerponthouder de trossen losgooit, vervolg ik mijn route. Cisca is inmiddels uit het zicht en ik moet aan een inhaalrace beginnen. Een paar kilometer verder tref ik haar op een muurtje en dan wandelen we samen verder. De onlangs vernieuwde spoorbrug aan de zuidkant van Het Engelse Werk bij Zwolle ligt er ongeschonden bij. Graffitikunstenaars of gekken of dwazen, die schrijven op muren en glazen, hebben deze plek nog niet besmeurd. Daarna wandelen we het Engelse Werk, een bosgebied tussen de IJssel en de spoorbaan naar Zwolle, binnen. Ook hier is het parcours schitterend en dat zo dichtbij een grote stad. Plotseling staan we aan de achterzijde van het hoofdstation en onze etappe is een feit.
wordt vervolgd