Juniorenploeg 1967 loopt niet zo hard meer
Het is een foto uit een andere tijd. Zwart-wit. Portret van de juniorenploeg van AV’23 die op 16 april 1967 in Rotterdam als tweede eindigde tijdens de DOS-estafette.
Vijftig jaar later zijn ze allemaal gezond en wel in leven. Lopen doen ze nog wel, maar niet zo hard meer. Al bracht Arno Wunderink, staand links, het tot enige marathons en bleef Wouter Merle, zittend rechts, het langst lid van de club.
De hardlopers van vroeger waren elkaar uit het oog verloren. Amsterdam was hun basis. Alleen Hans Bant, staand tweede van rechts, woont daar nog. De anderen vestigden zich in Haarlem, Bussum, Purmerend, Zoetermeer, Winnipeg (Canada) en op Aruba.
Henk Jansen, zittend links, nam het initiatief om het zevental bijeen te brengen. Dat lukte na enig speurwerk. Zes van de zeven hadden in november 2016 samen een mooie middag. Alleen Ger Meijer, zittend midden, leek van de aardbodem verdwenen. Die dook echter na verder speurwerk op als eigenaar van het autoverhuurbedrijf Amigo Rent-A-Car. “It’s nice to have a friend in Aruba”, staat er op zijn uithangbord.
Tom Klos, staand tweede van links, vond ook zijn heil in het buitenland. Na omzwervingen voor het ministerie van Buitenlandse Zaken koos hij voor de barre winters in Canada, waar hij met zijn vrouw een wellnesscentrum leidt. Anderen bleven dichter bij huis. Honkvast waren ze zeker.
Arno, de oudste, toen tweedejaars A, was jarenlang ambtenaar bij de gemeente Hilversum, Hans deed dat in Amsterdam en Wouter werkte tot zijn pensioen bij de belastingen. Henk was bibliothecaris en Guus Mater, de jongste, op de foto net een paar dagen zestien, staand rechts, journalist. Vorig jaar zaten Arno en Wouter op de tribune bij de EK atletiek in het Olympisch Stadion, waar Guus verslag deed.
De estafette op de Nenijtobaan in Rotterdam gold vijftig jaar geleden als een belangrijke openingswedstrijd van het baanseizoen. Toen was de wedstrijd al stokoud. De eerste editie dateert van voor de Tweede Wereldoorlog. Het organiserende DOS (Door Oefening Snel) zou opgaan in AVR dat inmiddels ook niet meer onder die naam bestaat. Ooit werd die atletiekwedstrijd trouwens in het Feyenoordstadion gehouden, maar zo ver hebben de lopers van 1967 het niet geschopt.
Een normale estafette was het niet. Wat wil je, zeven lopers. Ook geen zeven keer 400 meter. Nee, die Rotterdammers hadden wat anders verzonnen: 500, 300, 200, 800, 300, 100 en 100 meter. Bij elkaar 2300 meter. Cees Koppelaar, de toenmalige trainer van AV’23, had het gezelschap samengesteld.
Twee keer per week werd er getraind, dinsdag en donderdag. Konden ze meteen douchen, want een douche hadden ze lang niet allemaal thuis. Lopen op dat sintelbaantje van 300 meter aan het Middenmeerpad dat heel lang de thuisbasis van AV’23 is geweest. Tartan, kunststof, dat zouden ze pas een paar jaar later leren kennen.
Henk begon, tikte Wouter aan, die Hans op gang bracht, waarna Ger twee rondjes mocht lopen, vervolgens was de beurt aan Arno; Tom en Guus maakten het karwei af. Tijd: 5 minuten en 21,7 seconden. Er waren negen ploegen gestart. AV’23 passeerde de eindstreep als derde. Door de diskwalificatie van AVR kreeg AV’23 de tweede plaats toebedeeld. Sparta uit Den Haag won.
Het was een niet zo zonnige en koele zondag. Een dag eerder had Arie den Hartog de Amstel Gold Race gewonnen. In Amsterdam was tijdens een demonstratie tegen de oorlog in Vietnam “Johnson moordenaar” geroepen en Petula Clark stond met “This is my song” nummer 1 in de top-40.
Jos van Iersel was er in Rotterdam bij. Zoals wel vaker. De Haagse fotograaf liep veel atletiekwedstrijden af en stuurde zijn foto’s dan op naar de wedstrijdsecretariaten van de clubs. Daar had hij een aardige bijverdienste aan. De foto van de estafetteploeg van AV’23 wordt nu al een halve eeuw door de oude hardlopers bewaard.