Met de zegen van de pastoor
Op de terugreis in de trein van de Halve van Egmond 2014 zat ik tegenover een gemoedelijk mopperende Brabander. Het postuur van een hardloper had hij niet echt, maar sinds hij was gaan lopen was hij al vele kilo’s kwijtgeraakt. Egmond was niks, vond hij. Veel te druk, niet gezellig. “Eens maar nooit meer”, was zijn conclusie. De Drunense Duinenloop met een halve marathon in het programma zou half maart worden gehouden. Daar moest ik maar eens komen kijken. Zo gedaan, en het beviel.
Vorig jaar liep ik met Lucas Bakker, maar het gaat even wat minder met onze trouwe barkeeper van de AV’23 kantine. Lucas wordt geplaagd door een verkoudheid die maar niet wil overgaan waardoor er geen plezier valt te beleven aan het lopen van wedstrijden. Sinds jaar en dag fungeert Lucas als loopcoach voor Astrid en mij. We waren dan ook blij dat hij met ons meereisde naar Drunen.
Een gure wind omhelsde ons op weg naar de startvak voor de Sint-Lambertuskerk. Maar in het vak tussen de andere lopers was het gelijk weer een lekkere temperatuur. Voor het startschot klonk zegende de pastoor alle lopers, opdat we weer veilig en gezond de finish – ook weer bij de kerk – zouden passeren. Een loper uit het nabij gelegen Waalwijk had daar niet veel mee op. “Ja, ja, nu heeft hij mooi praten, maar onze pastoor sprak heel anders met God toen hij tijdens een mountainbike marathon onderuit ging”.
Onze conclusie was snel getrokken: Astrid en ik moesten het hebben van de kracht van Positief Denken van Lucas (zie ook verslag Den Helder – Schagen 2015).
Zelf had ik die positieve energie al snel nodig, want na 2 km had ik al in de Baardwijksche Overlaat op weg naar Waalwijk kramp in de hamstring. Onverstandig was het ook van me geweest de dag voor de loop met boeken te gaan slepen om een verbouwing in huis mogelijk te maken. “Een herkenbaar probleem”, zei een loper tegen mij. Voorzichtig weer gaan lopen en gebruik maken van de kracht van positief Denken. Op naar Waalwijk en dan door de Duinen.
De loop was ook een vuurdoop voor Astrid. Ongeveer een jaar geleden had onze grossierster in podiumplaatsen haar laatste halve marathon in Barcelona gelopen voordat zij geblesseerd raakte. Natuurlijk niet door het lopen, maar omdat haar kleinkind met een fietsje over haar voet was gereden. Iedereen kan zich voorstellen dat Drunen wel wat anders is dan Barcelona, zowel wat temperatuur als omgeving betreft. Maar het parcours in Drunen is mooi. Het licht glooiende parcours loopt vooral over fietspaden, en (alleen) de halve merendeels door de Duinen. Als loper moet je hier de beslissing nemen: kijk ik om mij heen of ga ik voor de tijd.
Als het Drunense Duin- en Heidegebied verlaten wordt, gaat het parcours over de brug van het Afwateringskanaal ’s Hertogenbosch – Drongelen; voor terugkomst bij Drunen over een mooi dijkje. “Klik”… daar stond Lucas met camera. Dan komt de weg met klinkers naar de finish. Loopt heel vervelend. Door twee lopers uit mijn categorie word ik gepasseerd. “Aanhaken”, klinkt het in mijn hoofd (waar ken ik dat woord toch van, Jan Mens?). Het lukt niet, maar de afstand vergroot ook niet. Het goede nieuws is een nieuw clubrecord; en … Astrid heeft na een jaar weer een halve marathon gelopen. Het bewijs is er, want ..klik .. Lucas stond voor bij de finish.
Omkleden, een pilsje pakken en naar de prijsuitreiking kijken gebeurt in cultureel centrum De Voorste Venne, ontworpen door Anton Pieck. Het Brabantse café-gedrag zorgt er voor dat geen woord te verstaan is van de toespraak die de wethoudster sportzaken houdt, en de gemoedelijkheid leidt er kennelijk toe dat amper een tijd genoemd wordt die de winnaars hebben gelopen. Maar gezellig is het er wel.
Terug in Amsterdam Lucas en Astrid bij hun huis afgezet. Parkeerde de auto bij mij in de straat, stapte uit en daar was de kramp weer. Onmogelijk het portier te sluiten, of een been te verzetten. Telkens schoot de kramp in de hamstring. De zegen van de pastoor reikte tot de kerk in Drunen en Lucas zat thuis vast te genieten van een wijntje en een sigaartje. Al leek de voordeur van mijn huis verder dan de finish op de halve; het Positieve Denken moest nu uit mezelf komen; “komt wel goed, gaat zo wel over”.