Michael Weber: Sport is een passie van me

door Dirk Visser

Ter gelegenheid van het 90-jarig jubileum maakte oud-bestuurslid Dirk Visser, jarenlang journalist bij het ANP, 19+23 interviews van AV ’23-ers: huidige toppers, aanstormend talent, toppers van toen, trainers, (oud-) bestuursleden; een niet geheel willekeurige selectie uit de meer dan 600 leden en oud-leden.

prijsuitreiking op de oude sintelbaan

“Het geeft een goed gevoel als mensen naar mijn training komen om er iets uit te halen”, zegt Michael Weber (35), eigenaar van Weber Sports en sinds mei trainer van de technische groep als opvolger van Rob de Weger. Michael is geen onbekende bij AV ’23. Hij was een talentvol jeugdlid en heeft nog altijd een achttal clubrecords op zijn naam (zie onder). Na zijn actieve periode als atleet is hij trainer van verschillende groepen geweest. Jeugdcoördinator en sprinter Joost Cosman noemt Michael de beste trainer die hij ooit heeft gehad.

“Sport is een passie van me. Na de CIOS-opleiding deed ik de studie vrije-tijdsmanagement. Als derdejaars kreeg ik een stageplek bij de Gemeente Amstelveen die een project had opgestart om 55-plussers aan het sporten te krijgen. Na afloop ben ik als zelfstandige daarmee verder gegaan. Ik vind het leuk om 55-plussers beter aan het bewegen te krijgen, te zien dat zij zich bewust worden van een gezond leefpatroon en daarmee ook de sociale contacten aanhalen. Maar ik heb er ook plezier in om na schooltijd kinderen spelletjes te leren die ze niet kennen.

Het mooie van een eigen bedrijf is dat je verantwoordelijk ten opzichte van jezelf bent en ook dat je daarin je eigen ideeën kwijt kunt. Als ik 30 à 40 man in het Amsterdamse Bos hardlooptraining geef, dan geeft dat een goed gevoel. Ik vind het belangrijk om mensen dingen te leren zodat zij plezier in het sporten krijgen. Ook vind ik het leuk om mensen te zien verbeteren of als iemand vanuit zichzelf gemotiveerd is. Sommige mensen vinden het ook lekker als afleiding om alles van zich af te sporten.

Ik probeer om het iedereen naar zijn zin te maken. Dat doe ik met zoveel mogelijk variatie, want afwisseling is belangrijk. Maar dat moet wel in het kader van een proces om de prestaties te verbeteren. Elke week hetzelfde op training is saai. Het lichaam gaat ergens aan wennen. Het is goed om het lichaam te prikkelen.

Bij AV ’23 train ik een technische groep. Het is een mix van studenten, veteranen, senioren en A-junioren. Zij vinden het leuk om twee, drie keer per week te trainen. Niet zo fanatiek als bij Els, maar zij willen wel aan wedstrijden deelnemen of hun PR verbeteren. Het is een hartstikke leuke groep van ongeveer twintig personen.

In de loop der jaren heb ik bij AV ’23 heel veel verschillende groepen getraind. Ik begon toen ik zestien was met het trainen van de C-pupillen. Ook heb ik de C-D junioren onder mijn hoede gehad. Ik heb aan talentgroepen trainingen gegeven. Heel veel mensen die nu bij Els zitten, heb ik getraind, zoals Sander, Theo en Joost. Dat was een talentvol groepje.

Een van de hoogtepunten was een trainingsweek met C-junioren in het voorjaar van 1998 in Barcelona. Ongeveer twintig jeugdleden gingen mee onder wie bovengenoemde drie, Fulco (die in die week jarig was), Bas Mulder en de dochters van Jaap Bosschaart Daphne en Thekla. Ik had het georganiseerd; nog twee trainers waren mee. Het was een prachtige groep atleten.

We zaten in een hotel in de buurt van een atletiekbaan. Daar stond de tekst ‘Only real men do athletics’. Elke dag trainden we één of twee keer. Op de slotdag hebben we onderling nog een wedstrijd gehouden. Verder hebben we in Barcelona culturele instellingen bekeken. Ook zijn we nog op bezoek geweest bij een training van Louis van Gaal die toen trainer van FC Barcelona was.

Ik ben in 1985 als C-pupil bij AV ’23 gekomen. In die tijd voetbalde ik veel op pleintjes. Mijn ouders hadden liever dat ik op atletiek zou gaan. Vanaf het begin vond ik atletiek bij AV ’23 erg leuk. Ik ben er nog steeds, nu als trainer.

Ik heb aan veel jeugdkampioenschappen meegedaan. Als B-junior was ik twee keer tweede op de 400 meter. Op de meerkamp behoorde ik tot de top-tien van Nederland.Ik vond het leuk om alle onderdelen te doen. Op de werpnummers was het iets minder, maar de rest was OK. Vanuit de meerkamp ben ik me op lopen gaan specialiseren. De 400 en 800 m waren mijn beste onderdelen.

AV ’23 heeft veel goede jeugdleden. De vereniging is nu veel breder; vroeger was het een klein clubje. Toen waren er ook meer senioren en minder jeugdleden. Je had meer middellange-afstandlopers.

Ik vond het prachtig om met vriendjes naar wedstrijden te gaan. We gingen naar alle wedstrijden in de regio. Het was altijd heel gezellig. Toen ik wat beter werd, ging ik naar de Nederlandse Jeugdkampioenschappen. We zijn in Sittard, Zwolle en ik weet niet waar geweest. Ik ging wel met mijn vader naar Indoorwedstrijden in de Houtrusthallen in Den Haag.

Als we ergens met de auto naartoe gingen, was het op de heenweg altijd hartstikke stil. We waren zenuwachtig voor de wedstrijd. Dat was mooi, een uur stilte. En na de wedstrijd kwamen alle verhalen.

Tot mijn 23e heb ik aan wedstrijdatletiek gedaan. Onze trainer, Marcel Korff, overleed vrij plotseling. Toen heb ik enige tijd samen met Michiel Heerema training aan een groep senioren gegeven. In die tijd kwam Els van Noorduyn bij de club. Ik heb bij haar nog enkele jaren getraind. Ik begon toen een eigen bedrijf en had het te druk met andere dingen. Om die reden ben ik gestopt met atletiek. Uiteraard loop ik nog steeds voor mezelf in het Amsterdamse Bos. Ook bij trainingen doe ik zelf aardig mee.

Ik heb de oude baan nog gekend. Het klopt precies wat Wil Nienhuis daar in haar interview over zegt: ‘je kon de kantine niet voorbij lopen’. De sfeer in de kantine was ontzettend leuk. Iedereen was er ook: het bestuur, alle groepen. Er was toen veel meer onderling contact. En we hadden grote feesten op de oude baan, met onder meer de 23-uursloop. Het waren fantastische tijden.

 

Clubrecords op naam van Michael Weber:

als Junior-C:
– 100 m
– 800 m
– 1000 m
– 1500 m
– 300 m horden
– 800 m Indoor
– AV ’23 Zeskamp
(daterend uit 1993)

als Junior-B:
– 200 m
– 400 m
(daterend uit 1995)