Midzomernachtmerrie

door Kees Elsinga

Eigenlijk is de Midzomernachtcross het hoogtepunt van het hardloopseizoen: de langste dag van het jaar in een zwoel Amsterdams Bos, een prachtige zomeravondlucht, honderden hardlopers uit heel Amsterdam en omstreken in een bijna euforische sfeer.

De organisatie had overal aan gedacht: je kon het zo gek niet bedenken of er was een kraam voor: kramen voor de inschrijving, kramen voor de eindherinnering, garderobekramen, een kraam voor je sleutels, waterkramen, sinaasappelkramen, kramen met flyers, er was zelfs een kraam waar je toiletpapier kon krijgen voor een van de tientallen mobiele toiletten.

De mooiste kraam was die waarop glimmende bekers stonden te wachten op de winnaars van de verschillende onderdelen. Als een klein jongetje voor de ruit van een speelgoedwinkel droomde ik dat ik ’s avonds met een van deze bekers op het podium zou staan.

De loop zelf is elk jaar een bijzondere ervaring: je weet van tevoren dat je geen supertijd loopt over de kronkelpaden en het schelpenstrooisel; je weet ook dat je goed moet opletten of je onder de donkere bomen de weg niet kwijtraakt – hoewel ook hierin was voorzien: een al te donkere bocht werd door een auto met koplampen beschenen. Hoewel mijn eigen tijd tegenviel (37.49) en Arjan Bogaard me in de laatste kilometers passeerde, versloeg ik niemand minder dan Chris van der Neut van AV Startbaan, de winnaar van het Rondje Mokum. Mijn avond kon nu niet meer stuk. Ik zag de glimmende beker al oplichten in het maanlicht: mijn midzomernachtdroom zou in vervulling gaan!

Helaas gaat er altijd iets mis bij de Midzomernachtcross.

Een jaar of vijf geleden viel de elektriciteit uit waardoor alle gegevens gewist waren en de uitslag pas rond middernacht bij kaarslicht werd bekend gemaakt.

Vorig jaar was er onweer en stortregen en viel de prijsuitreiking volledig in het water.

Dit keer bleek er iets aan de hand te zijn met de tijdsregistratie. “Er zit een bug in wegwed”, werd mij verteld. “De uitslagen kunnen vanavond niet meer worden verwerkt.” Oef, dat is schrikken: ik weet dat een bug een soort insect is en als dat in je wegwed komt – wat dat ook mag zijn – dan heb je blijkbaar een probleem. Je moet ook geen wedstrijd in het bos organiseren met al dat ongedierte, dacht ik nog en voelde kriebels op mijn rug.

De microfonist zat er zelf duidelijk ook mee: “Er is vanavond geen prijsuitreiking. Ik ben weliswaar niet verantwoordelijk voor de organisatie, toch bied ik mijn verontschuldigingen aan,” sprak hij als een volleerd politicus.

“En de bekers dan?”, probeerde ik nog bij iemand die wel verantwoordelijk was voor de organisatie. “Vanavond niet. Zodra we de uitslag weten, krijg je hem thuisgestuurd,” was het weinig bemoedigende antwoord.

Weg midzomernachtdroom van glimmende bekers in het maanlicht. Over een week krijg ik misschien een briefje van het postkantoor dat ik een pakje op kan halen bij de buren. Als de bug de beker niet te grazen heeft genomen, tenminste.