Noord-Hollandpad deel 3
Na een geweldige vorige dagetappe ga ik vandaag met veel enthousiasme op pad. Mijn verwachtingen voor deze tocht zijn hoog gespannen. Terug naar Abcoude. En terug naar het punt waar de route zich in westelijke richting afbuigt. Daar volg ik een smal dijkje tot aan het gloednieuwe viaduct van de A2. Voorbij het viaduct kronkelt het wegje zich langs het riviertje de Winkel. Oude boerderijen bevinden zich in het weidse polderlandschap. Bij de ingang van zo’n boerderij staat vaak een waakhond te blaffen. Schuin achter een hek van een boerderij die ik voorbijloop staat ook een hond. Nu vind ik een Golden Retriever geen waakhond, maar hij laat wel van zich horen. Rustig kom ik op hem af en het dier begint met z’n staart te kwispelen. Een goed teken. Geen bijtertje. Een aai over z’n bol en de hond is tevreden. Het kan het dier niet lang genoeg duren. Ter hoogte van de ingang naar jachthaven Bon kruis ik het water en loop aan de andere zijde verder. Bij de Proostdijersluis tref ik renovatiewerkzaamheden aan. Een robuuste hijskraan staat op enkele dikke balken midden op het sluizencomplex. Het vaarverkeer ligt daardoor stil. Aangezien het winterdag is zal geen schipper met z’n pleziervaartuig uitvaren. Even ben ik bang dat de toegang voor mij is verspert. Maar over de dikke balken vervolg ik mijn weg.
De hier niet weg te denken pleziervisser zit vandaag niet aan de waterkant. Geen hengel met een lijntje in het water, zodat ook geen vis zal kunnen toehappen. Door een klaphekje volg ik een modderig grasdijkje. Het is wel degelijk opletten, want een uitglijder is gauw gemaakt. En dat met het riviertje op enkele decimeters van m’n zijde. Na een tweede klaphekje sta ik weer op asfalt. Even geen modder en niet baggeren door de prut. Op de plek waar de route zich naar het natuurgebied Botshol voert, kies ik voor het traject dat in het broedseizoen gevolgd dient te worden. Dit betekent gevrijwaard te zijn van natte voeten en het riviertje nog enkele kilometers volgen. Aangekomen in de buurtschap Stokkelaarsbrug splitst de Winkel zich in de Waver en de Oude Waver. Over een ophaalbrug volg ik laatstgenoemd riviertje. Na enige tijd doemt de aarden wal van Fort in de Botshol zich voor mij op. Een poosje geleden was ik hier met twee mannen van de Stelling van Amsterdam om de grenspalen van dit fort te inventariseren. Nu blijf ik het slingerende wegje langs de Oude Waver volgen en daarbij wordt het dorpje Waver aangedaan.
Het wegje eindigt ten slotte bij Fort Waver-Amstel en bij de veerdienst van Nessersluis. Als enige opvarende brengt de schipper mij voor € 0,25 met z’n kabelmotorveerpont naar de andere oever van de Amstel. Hoog torent de imposante kerk van Nes a/d Amstel boven alles uit. Een markant object dat van kilometers afstand voor de mens zichtbaar is. Daarna wordt via diverse paden de Bovenkerkerpolder doorkruist. Het zal wel aan het jaargetijde liggen, maar er is geen kraak of smaak aan. Tot overmaat van ramp laat de uitzetter van de route het rustieke dorp Ouderkerk a/d Amstel aan zich voorbij gaan. Jammer, jammer en nog eens jammer. De paden van het polderpark Eisenhove zijn wel in de route opgenomen. De meeste van die paden staan gedeeltelijk onder water. Jammer genoeg zijn de zijkanten van het pad ook niet te belopen. Dit betekent weer van pol op pol springen en hopen geen natte voeten op te lopen. Met heel veel inspanning lukt me dit gedeeltelijk. Over een bruggetje betreden we een buitenwijk van het dorp Ouderkerk a/d Amstel en weldra sta ik op de Amstel-Noordzijde, een druk bereden weg naar Amsterdam.
De contouren van de stad Amsterdam zijn nu duidelijk waarneembaar. Voor mij bijna thuis. Hier onderbreek ik de route en loop via Amsterdam-Zuidoost terug naar huis. Een dagtocht van zo’n slordige 40 km. En dat voor de winterdag.