“Nu gaan we een ijsje halen”
– Oude hardlopers aan de picknicktafel –
Tien jaar oud was de blonde krullenbol. Hij droeg het shirt van AAC, had die vrijdagavond zijn persoonlijk record op de 600 meter verbeterd tot 1.49 en vertelde dat hij twee keer per week traint. ,,Hij is heel goed met zijn benen”, zei zijn moeder. ,,Op de duizend meter heeft hij 3.20 staan. Maar nu gaan we een ijsje halen.”
Die 600 meter was de laatste van vier wedstrijden van het Amsterdam Baan Circuit die op 7 juli op de Nieuwe Chris Bergerbaan werden gehouden. Voor iedere pupil was er een ijsje en voor heel wat van de jongste atleten, die per definitie meerkampers zijn, waren er blinkende bekers en mooie medailles.
Daarna namen de junioren, senioren en masters bezit van de baan. Zij liepen zo op het oog gezellige en spannende wedstrijden voor alle niveaus. Er was eten (pasta bolognese) en op een van de picknicktafels werd zelfs een fles champagne ontkurkt. De blonde krullenbol at met mes en vork.
Die avond hadden vier vroegere leden van AV’23 een beetje onwennig aan een picknicktafel bij de baan plaatsgenomen. Ze waren uitgenodigd door voorzitter Andrea Aquina, die wel ‘s wilde kennismaken met die hardlopers uit de jaren zestig van de vorige eeuw.
De vier, Arno Wunderink, Wouter Merle, Henk Jansen en Guus Mater, hebben al sinds 2 juli 1967 het clubrecord van AV ’23 op de 4 x 400 meter voor A-junioren op hun naam staan. Vijftig jaar, erg lang geleden, maar nog zeker niet het oudste record van de vereniging met dat roemruchte verleden.
,,Hebben jullie gezien dat jullie clubrecord vorige maand uit de boeken gelopen is?”, had Aquina gemaild. Twee oude records werden in mei inderdaad uit de boeken gelopen. Dat uit 1934 op de 4 x 100 meter, drie en tachtig jaar oud. Het werd eens tijd. En ook dat van de senioren op de 4 x 400 meter. Maar de juniorentijd (3.31.8), waarmee het kwartet bij de Nederlandse kampioenschappen in Ookmeer overigens slechts vijfde werd, staat nog steeds. Toch een moyenne van 52,9. De vier namen staan nog prominent op de site.
Geen estafettes die avond. De voormalige hardlopers herkennen soms de stijl van vroegere clubgenoten in de pupillen anno 2017. Verspringen onttrekt zich grotendeels aan het zicht van de toeschouwers langs de baan en in de kantine. De hardlopers zijn verrast over de kleine projectielen die de pupillen bij wijze van voorbereiding op het speerwerpen over het middenveld gooien. Vroeger werd daarvoor een balletje gebruikt.
Ja, vroeger. De oude Chris Bergerbaan aan het Middenmeerpad was een zwarte sintelbaan. Die rondjes daarop werden sneller geklokt; 45 seconden was heus zo snel niet. Maar het was dan ook maar een baantje van 300 meter. Polsstokhoogspringen was er aanvankelijk onmogelijk, omdat een landingsmatras ontbrak.
Nu telt AV’23 zeshonderd leden, liet Aquina weten. Destijds was dat net een derde daarvan. De jongste leden zijn vijf jaar, de ini-minipupillen. Want op die leeftijd kun je ook op voetbal of hockey. De kantine bij de oude baan was al zo’n beetje vol als je er een kratje cola en een kratje cassis neerzette.
Aquina, die avond ook jurylid bij de wedstrijden, vertelde over de wens dat de huidige kantine eigendom wordt van AV’23 en dat het platje dan moet gaan dienen als zonneterras. Een architecte heeft de tekeningen al klaar. De vervulling van die wens zou mooi zijn. Dan komen die ouwe junioren van 1967 zeker nog eens langs om daar een biertje te drinken.