Trainer van de maand februari 2017:
Theo Danes (33), technisch trainer van de junioren A/B en senioren
De AV’23 kantine blijkt een uitstekende plek om Theo te interviewen. Ik bestel een cola voor Theo en een kopje thee voor mij, waarna Geline, de kantinedame, ons na enkele minuten een overheerlijke pannenkoek aanbiedt; eentje met spek (Theo) en eentje met stroop (voor mij). Een pannenkoek is een prima herstelmaaltijd na een sporttraining.
Hoe lang ben je al trainer?
“Ik ben op mijn achttiende begonnen als assistent trainer bij Michael Weber (hoofdtrainer) en Sander Stok, dat is nu vijftien jaar geleden. Wij gaven training aan de CD-junioren. Later werden Sander en ik zelf hoofdtrainer en hebben we jarenlang samen de junioren getraind, soms nog in combinatie met andere trainers. Sinds ongeveer vijf jaar geef ik de algemene trainingen en is Sander kracht- en werptrainingen gaan geven.”
Wat motiveert je als trainer?
“Ik vind het leuk om mensen te helpen een betere atleet te worden. Daarnaast is de sociale ontwikkeling van de atleet in de groep belangrijk; ik besteed veel aandacht aan de groepsvorming. Veel junioren in de groepen die ik train, ontwikkelen in de loop van de jaren een bijzondere band. Je kunt dat niet sturen als trainer maar er wel voorwaarden voor scheppen. Het plezier dat de atleten hebben, tijdens de trainingskampen of wedstrijden is goud waard. Wat je samen meemaakt, dat blijft, het zijn herinneringen waar je het over vijftig jaar nog steeds met je vrienden over hebt.
Het is ook leuk om je als trainer te ontwikkelen, om zelf beter te worden. Je kijkt constant kritisch naar jezelf. Waarom doe je bepaalde oefeningen? Welk resultaat heb je voor ogen en hoe kan het de volgende keer beter? Ik probeer ook elke training weer nieuwe dingen te verzinnen. Een ideale training is als ik van te voren een globaal schema heb gemaakt, dat ik tijdens de training met creativiteit verder kan verfijnen.”
Wat is je eigen beste onderdeel?
“Vroeger hoogspringen, tegenwoordig speerwerpen, maar ik ben niet meer zo actief als vroeger.” – Theo heeft een groot aantal clubrecords op zijn naam. Vroeger was zijn beste onderdeel hoogspringen. Theo is lid vanaf zijn zesde jaar en heeft toen al zijn eerste clubrecord gehaald op het hoogspringen; 1,05 meter (Amsterdam, 1991), dit is het oudste clubrecord bij de C-pupillen.
Ook heeft Theo het indoorclubrecord bij de senioren; 2,05 meter (Gent, 2003). Zijn clubrecord speerwerpen staat op 60,49 meter.
Bovenal was Theo een sterke tienkamper (7027 punten) en deed hij mee aan wedstrijden op Nederlands topniveau. In het interview van Dirk Visser uit 2013 lees ik terug “Theo Danes, de alleskunner van AV’23”.
Wat zijn je sterke kanten?
“Creativiteit, improvisatievermogen, humor, kinderen aanvoelen en daardoor het inzicht in het maken van een afwisselende training. Ik zoek altijd naar de balans in variatie van oefeningen, intensiteit, uitdaging en natuurlijk plezier, we hoeven niet alleen maar serieus aan de slag te gaan.”
Bijzondere atletiekervaring?
“De Meerkamp Interland in Zaragoza in Spanje (2007). Dit is een wedstrijd waaraan vijf landen deelnemen. Ieder land heeft een team, bestaande uit vier meerkampers.” (Het Nederlandse team werd derde, waarbij Theo’s resultaten tijdens deze meerkamp ook meetelden, een prestatie om trots op te zijn.) “Een grappige ervaring daarbij was dat ik samen met andere meerkamp atleten ‘ontgroend’ moest worden, omdat wij voor de eerste keer deelnamen aan deze interland. Onze opdracht was om te oberen bij het diner dat geserveerd werd aan de andere atleten. We serveerden de schalen aan alle coaches en atleten met een zwart strikje op een verder ontbloot torso.”
Leukste wedstrijd om aan deel te nemen?
“Vroeger de Meerkamp Interland in Woerden, met veel internationale atleten van vergelijkbaar niveau of beter. En er heerst een echte meerkampsfeer met optimale omstandigheden en aandacht voor de atleten. Tegenwoordig als coach de meerkamp in Best of de competitiefinales van de junioren. Je moet het leuk vinden om de hele dag op de baan te zijn en de atleten te coachen. Ik kan erg genieten van die dagen.”
Favoriete eten?
“Ik ben een echte omnivoor, ik vind alles lekker. Maar als ik iets moet kiezen dan is het rode kool met draadjesvlees. Vroeger maakte mijn moeder dit heel lekker klaar en nu heb ik een schoonmoeder die deze maaltijd ook heerlijk bereidt. “ – Theo eet uit principe echter weinig vlees, hooguit eens in de twee weken en dan is dit biologisch. Volgens Theo waardeer je vlees wel meer als je het niet vaak eet; dan smaakt het nog lekkerder.
Beste eten voor- of na een wedstrijd of training?
“Voor een wedstrijd/training pasta, na afloop kwark met noten en honing. De extra eiwitten zijn nodig voor het herstel van de spieren en de spieropbouw.”
Andere hobby’s behalve atletiek?
“Van mijn hobby’s heb ik mijn werk gemaakt. Ik schrijf ‘light verse’ gedichten in de traditie van Drs. P en Ivo de Wijs (mijn oom die mij het vak geleerd heeft). De techniek voor het schrijven van zulke gedichten is tot op zekere hoogte aan te leren, maar de clou, daar moet je wel enig talent voor hebben. Met m’n gedichten treed ik op en ik geef dichtworkshops op middelbare scholen.
Iets meer werk dan hobby is tekenen/vormgeven. Ik werk veel voor een jong en groeiend bedrijf (Bord&Stift) met vooral een groot aantal energieke en intelligente dames in dienst. Wij maken whiteboard-animaties en tekenen live bij bijvoorbeeld workshops. Het is creatief werk met uiteenlopende opdrachtgevers, waardoor je telkens in een andere wereld terechtkomt.”
Vroeger, met een gymleraar als vader, heb ik kennisgemaakt met allerlei sporten. Eigenlijk kon ik alle bekende sporten wel goed, behalve zwemmen dan, daar ben ik geen ster in. Mijn jongere broer en zus tafeltennissen, ik deed naast atletiek veel aan volleybal, misschien had ik daar stiekem wel meer aanleg voor dan voor atletiek. Op een gegeven moment moest ik een keuze maken en dat werd atletiek, mede omdat ik bij AV’23 zoveel vrienden had (en heb).
Jouw zoontje Tom is nu een paar maanden oud. Hoe combineer je de zorg voor je zoontje met jouw werk?
“Als ZZP-er kan ik zelf mijn tijd indelen. Tot nu toe gaat het goed, maar soms moet ik voor mijn werk een deadline halen, dan gaat het wel eens ten koste van mijn nachtrust. De afgelopen maand met alle NK-indoorwedstrijden, ben ik in de weekenden weinig thuis geweest en mis ik Tom en Jacquemijne wel. Tegelijkertijd zou ik deze wedstrijden ook niet willen missen.” – Theo toont mij een foto van een schattige baby met blozende wangen, waarbij je nu al kunt zien dat hij later net zoveel spieren gaat krijgen als zijn vader, een tienkamper in spe, vermoed ik.
Hoe verplaats jij je in Amsterdam?
“Ik doe alles op de fiets en dan fiets ik meestal erg hard. Ik onderschat namelijk stelselmatig de tijd die ik nodig heb om ergens te komen en ben daarom meestal een paar minuten te laat. We hebben wel een auto, die gebruik ik voor mijn optredens en workshops en om met de atleten naar trainingen of wedstrijden te rijden.”
Waar denk je aan bij de maand februari?
“Februari is de maand van de indoor-NK’s, een echte atletiekmaand, waarin je mooi kan zien of wat je in de winter hebt getraind al eruit komt en wat er nog beter kan.”
Heb je een verbeterpunt/tip voor AV23?
“Het materiaalhok moet worden opgeknapt. Veel gaat goed, maar het zou voor de toekomst van de vereniging goed zijn als er meer (specialisatie)trainers voor de oudere junioren en senioren komen, zodat de doorstroom meer gewaarborgd is. En een indooraccommodatie bij de baan, hoe bescheiden ook, zou natuurlijk fantastisch zijn.”
Ik geef het stokje door aan…
“Jan Mens, omdat ik nooit bij hem getraind heb en meer over hem zou willen weten. Het lijkt me voor de afwisseling ook goed om de volgende keer een looptrainer te interviewen.”
Helaas blijkt Jan Mens in maart verhinderd te zijn. Hij geeft het stokje alvast door aan Ingrid Coster, waarna Jan in april aan de beurt zal komen.