Uit het rommelhok, 14 december 2017
Uit de jeneverstokerij
Beetje als het huisje van de oma van Roodkapje, zo ligt distilleerderij ‘t Nieuwe Diep verborgen in de bossen van het Flevopark. Het is de stamkroeg van Dirk Visser (rechts op de foto). Dat stamkroeg moet tussen aanhalingstekens. Het bijbehorend proeflokaal is maar beperkt open en bovendien is Dirk een uiterst matige drinker. Maar Erik, de uitbater en jeneverstoker, herkende hem wel. Daar hadden we dus afgesproken voor het interview (zie elders op deze website). Ook voor mij bekend terrein vanwege de vele keren dat we met ons hardloopgroepje onder leiding van Ingrid, Anneke, Tjitske of Kees in het park getraind hebben. Het huisje schemert dan in de verte tussen de bomen. Het was vroeger een gemaal. Vandaar die grote vijver achter het gebouwtje. Nu een prachtige plek voor een terras. Toen wij daar afspraken was het veel te koud voor het terras en zaten we dus warmpjes binnen.
Dirk is een gepensioneerde journalist met een lange staat van dienst bij onder meer het ANP. Hij is geboren in Hardegaryp, opgegroeid in Tytjerksteradiel, woont al meer dan vijftig jaar in Amsterdam, maar voelt zich nog steeds een echte Fries. Jarenlang was hij een niet onverdienstelijk atleet/hardloper bij onze club. Maar ik ken hem vooral als oud-secretaris van ons bestuur en auteur van de bundel interviews met typische AV’23ers, verschenen ter gelegenheid van het negentigjarig bestaan van onze vereniging. Bovenstaande foto was de officiele presentatie van de bundel tijdens de nieuwjaarsreceptie 2015.
Terug naar het interview.
Ik was nooit eerder onderwerp van een interview. Best spannend dus. Maar Dirk weet je direct op je gemak te stellen. Een borrel helpt daarbij. Eerst eindeloos gepraat over waar kom je vandaan, wat heb je gedaan. Pas na een halfuur kwamen de vragen over AV’23 en mijn ervaringen en ambities als voorzitter van die club. Vragen als: wat heb je bereikt, wat is er mislukt en waar gaat het naar toe met AV’23? Stuk voor stuk lastige vragen. Een klein wonder dat Dirk daar toch nog zo’n lap tekst van heeft weten te maken.
Eeen paar dagen later kreeg dit nog een vervolg met een dispuutje over de bij het interview te plaatsen foto. Ik kon geen passende foto vinden, Dirk had nog een foto van de boekpresentatie en Peter Groen had een foto van de wissel tijdens de 200 meter estafette op het NK 2015 in Amstelveen (samen met Onno, Ko en Peter). Ik vond die foto niet zo flatteus, Dirk had ook zijn bedenkingen. Uiteindelijk heeft Peter besloten de estafettefoto boven het interview te plaatsen met de motivatie: “De foto die nu geplaatst is, laat zien hoe je in de sport tot je grens gaat. Dat ziet er vaak niet flatteus uit, maar dat is nu eenmaal zo”. Nu ik daar wat langer over nadenk, moet ik zeggen dat dit ook wel kenmerkend was voor mijn manier van voorzitter zijn. Dat heeft Peter toch maar mooi getroffen.
Kluslijst 2018
- Vastzetten en zonodig versterken van de poten van de kantinetafels (2 vrijwilligers)
- Vervanging geluidisolerend plafond wedstrijdsecretariaat (2 vrijwilligers)
- Sausen van de muren van de herenkleedkamers (2 vrijwilligers)
Drie klussen uit de lijst van vijftien onderdelen van ons clubhuis, die in 2018 hoognodig vertimmerd of hersteld moeten worden. Bij elkaar zijn dat 36 taken, te verdelen over 18 vrijwilligers met aanleg en ervaring. Iedere vrijwilliger tekent in voor twee taken.
Vanaf begin januari kunnen al onze leden weer inschrijven voor deze taken. Dat wordt weer vechten om de kleinste, leukste, makkelijkste of meest interessante klussen. Er zitten heel vette brokken bij zoals: ”Ontwerpen en maken buffetkast achter de bar, voor betere presentatie kantine-aanbod “(8 taken). Het aantrekkelijke van Beheer en Onderhoud-taken is dat je meestal zelf kunt bepalen wanneer je de klus wilt doen. In overleg met de coördinator
kies je zelf de dag, de tijd en de manier waarop je de klus wilt doen. Bovendien kun je lekker binnen werken, warm en droog. Vergelijk dat eens met de taak van parcours-wacht tijdens de Diemercross. Nou, ik zou het wel weten. Zeg ik, nu ik naar buiten kijk en het al de hele dag aan één stuk door sneeuwt. Kop hete thee en een stuk speculaaspop onder handbereik.
Sinterklaas
Een vreemde gewaarwording. Tussen de massagetafel, de geluidinstallatie, onderdelen van een partytent en zakken met gevonden kleding hing daar in een keurig zwart foudraal een scharlakenrode tabbert. De mijter zat nog samen met pruik en baard in een plastic tas. De witkanten superplie was nergens te bekennen. Ook de rode toog en de witte handschoenen ontbraken. Met wat witte lappen en veiligheidsspelden was toch nog iets in elkaar te flansen. Het kinderoog heeft aan een klein beetje suggestie al genoeg om het onwrikbare geloof tevreden te stellen. Gelukkig was er wel een rode bisschopsstola. Een mooi exemplaar met veel goudborduursel. De Pieten waren al klaar, een zwarte, een roetveeg en één met gekleurde hartjes op haar gezicht. Alle drie droegen een beugel. Geen roe, wel zakken met pepernoten.
En weg waren de Pieten, mij alleen achterlatend in gevecht met veiligheidspelden, baard en pruik. Maar gelukkig was daar Lennard Hatenboer, die alles onder controlle had en mij met wat kleine suggesties hielp met aankleden. Ook duwde hij mij nog vellen papier in mijn handen met daarop min of meer rijmende teksten. De bedoeling was dat ik die zo goed mogelijk voorlas. En toen naar boven. Naar de kantine, waar de minipupillen, de ceetjes en de beetjes al klaar zaten. Toch zeker tachtig opgewonden en verwachtingsvolle kinderen op de vloer van de kantine. Ouders langs de randen. Wat moet je daar nou mee aan. Lennard had gezegd: binnen een kwartier ben je weer weg, gewoon de briefjes voorlezen, een liedje laten zingen en zwaaien bij het afscheid. En inderdaad zo makkelijk was dat.
Grote schoonmaak
“Even wachten met naar boven gaan, de kantine wordt gedweild”. De voorraadkamer is uitgemest, oude kasten afgevoerd en nieuwe stellingen in elkaar geschroefd. Oude meuk gaat de deur uit. Afgelopen zaterdagochtend was een ploegje vrijwilligers bezig de kantine uit te mesten. Geen idee waar dit initiatief plotseling vandaan is gekomen, maar ik vermoed dat Judith Hees en Marijke Denz hier achter zitten. Deze vrouwen hebben de koppen bij elkaar gestoken en besloten dat er veel meer van de kantine te maken is dan er nu gebeurt. Ik heb tekeningen gezien, waarbij de inrichting van de kantine volledig op zijn kop was gezet met een speciale hoek voor kinderen, een zitje met lage banken om te “chillen” en een ouderwets buffetmeubel achter de bar. Ook zag ik voorstellen voor meer kleur in de kantine. Bart Boevink, onze verenigingsmanager, liet me alle plannen zien. Natuurlijk zit hij hier achter als de grote coordinator en aanjager. Marijke kennen we natuurlijk al heel lang van het hardlopen maar ook van de vrijwilliger die altijd bereid is achter de bar te staan tijdens de ochtenden, dagen en avonden dat we de kantine verhuren aan derden. Judith is de moeder van een jeugdlid en het baasje van een jonge hond, die altijd met haar mee gaat. Marijke heeft een heel oud hondje, maar die is ook altijd bij haar. Je begrijpt, die begrijpen elkaar.
Er komen nu een hele serie festiviteiten achter elkaar. Eerst de snelwandelwedstrijden van de LAT aanstaande zondag, dan ons eigen kerstgala op zaterdag 23 december, de oliebollenloop op 30 december en tenslotte onze nieuwjaarsreceptie op zondag 7 januari. Afgelopen vrijdag werd onze kantine gebruikt door de DGLA voor hun sinterklaasbingo. Dat werd een latertje. Ook toen stond Marijke achter de bar. Ook voor de komende evenementen zorgt de vernieuwde kantinecommissie voor het slagen van de avond.
Weet je dat ik helemaal opleef bij het idee dat nu eindelijk een ploegje mensen zich sterk maakt om de kantine tot leven te brengen. Het is erg veel werk. Maar zij zijn in staat ook andere mensen enthousiast te maken. Dat bleek zaterdag tijdens de grote schoonmaak. Ik ben er van overtuigd, dat het vanaf nu niet meer stuk kan. Binnen een jaar is de kantine een gezellig trefpunt voor ouders, hardlopers, senioratleten en natuurlijk de kinderen.
Vuilniscontainer
Grote zwarte kraaien scharrelen wat restjes bij elkaar tussen de opengepikte vuilniszakken naast de rode duizendlitercontainer. De bak is altijd afgesloten om te voorkomen dat buurtbewoners en voorbijgangers er hun vuilnis dumpen. Wij moeten betalen voor het legen, in het buurtje even verderop is het gratis. Gisteren las ik in de krant dat de mannen van de reiniging geroep hoorden uit het ruim van hun vuilniswagen nadat ze zo’n container geleegd hadden. Er bleek een zwerver te slapen in de relatieve warmte en beschutting van de container. Dat willen we voorkomen. Nadeel is wel dat onze mensen met de vuiniszak in de hand eerst het sleuteltje van het hangslot moeten zoeken, dan moeten worstelen met een tegenstribbelend slot en tenslotte weer moeten afsluiten en het sleuteltje terugbrengen. Als het al laat is en je haast hebt om thuis te komen kun je twee dingen doen: de zakken mee nemen het bruggetje over naar de ondergrondse buurtcontainers of de zakken naast onze container zetten. Het laatste is veruit het makkelijkste, maar het geeft binnen een paar uur een ongelooflijke troep. Het lijkt alsof alle kraaien en meeuwen uit het sportpark op dit cadeautje zitten te wachten. Ze scheuren de boel open en vinden altijd wel wat lekkers. Ook ratten zijn dol op de restjes. Weet je nog van die rat in het krachthonk uit mijn vorige Rommelhok? Het zijn overigens niet alleen de kraaien, meeuwen, ratten en roestige sloten die tegenwerken. Ook de afdeling Bedrijfsafval van stadsdeel Centrum is moeilijk in beweging te krijgen. We hebben een “op afroep”-contract waarin staat dat ze binnen twee dagen na ons telefoontje de container komen legen. Nou, ik kan je verzekeren, dat dat al die jaren nog nooit gelukt is. Er moeten zeker drie telefoontjes overheen om de vuilniswagen aan het rijden te krijgen. Dat ligt niet aan de jongens op de wagen. Die werken zich te pletter, soms komen ze na vijven of op zaterdag. Ik denk dat er iets schort aan de communicatie of de planning op hun kantoor op Oostenburg. Misschien moet ik eens langs gaan. Maar eerst kerstmis en nieuwjaar.