Willibrorduswandelpad deel 4
Via de sluizen bij de Schinkel bevinden we ons op een steenworp afstand van het Olympisch Stadion. Het bolwerk waar in 1928 de Olympische Spelen plaatsvonden. Dan betreden we het Amsterdamsebos. Eerst passeren we de Bosbaan, een eldorado voor de watersporter. Het terras van Grand Café De Bosbaan, gelegen schuin boven het botenhuis, is een ideale plek om even op adem te komen en van de prachtige omgeving te genieten. Wij vervolgen onze weg langs het Bosmuseum en geraken steeds dieper in het bos. Voor mij geen enkel probleem, want ik ken hier ieder paadje en plekje. In de zestiger jaren van de vorige eeuw trapten we hier op het speelveld tegen een balletje. Elke zaterdagmiddag was het raak. Teams bestonden niet uit elf personen, maar uit iedereen die aan het spelletje wilde meedoen. Soms waren er zoveel jongeren, dat je niet meer wist tot welke partij ze behoorden. Dat kwam het spel vaak niet ten goede. Denk je een mooie aanval te maken ging een tegenstander er met de bal vandoor, want een universeel tenue hadden we niet. Maar goed, het ging er in die tijd ook al fors aan toe. Doch het plezier in het spel kwam altijd op de eerste plaats. Ik denk er nu met gepaste gevoelens aan terug. Of het allemaal gisteren was.
Evenals bij de Haarlemmermeerpolder komen ook hier vliegtuigen uit alle windstreken op onze luchthaven af. De piloten gebruiken wel een andere landingsbaan. Anders zou het niet goed gaan. Toch? De toestellen vliegen zo laag dat ze bijna de toppen van de bomen raken. Het is een adembenemend panorama en eigenlijk kan ik er niet genoeg van krijgen. Met belangstelling tuur ik de hemel af of het volgende toestel al in aantocht is. Soms zijn dat er zelfs twee. Maar wel op verschillende frequenties. Ter hoogte van de geitenboerderij is het een drukte van jewelste. Ouders, maar ook grootouders lopen met hun kroost rond. De geitjes doen het altijd goed bij de kleintjes. En de uitbater van het restaurant doet goede zaken. Onder een viaduct passeren we de A9. Deze snelweg deelt het bos in tweeën. In het zuidelijke deel van het bos heerst altijd een iets gelaten sfeer. Het zijn meestal de wandelaars en trimmers die zich daar ophouden. Ook een ruiter vindt daar z’n weg. Een kanovaarder scheert over het water. De bladen van de peddels glijden in een gelijkmatig tempo door het water. De sporter zit stil in de boot. Alleen zijn armen bewegen en de rest van het lichaam beheerst het ranke vaartuig. Er volgen nog twee kanoërs en dan wordt het water weer zo glad als een spiegel. Amsterdam beweegt en sport op alle fronten.
Ter hoogte van de grote kerk van Bovenkerk hebben we het bostraject gehad. Nu gaat het parcours verder door Amstelveen, een slaap- en forenzenstad van de grote broer Amsterdam. {quote}het voordeel van zo´n afgrijselijk traject{/quote}De paden zijn hier saai en verre van interessant. Dat had beter gekund. Jawel, veel beter zelfs! Enfin, dan maar de blik op oneindig en doordouwen. Na verloop van tijd staan we bij de rivier de Amstel. We zijn dan zo’n vijf kilometer verder. Vijf kilometer flats en eentonige rijtjeshuizen. Dat is pas deprimerend en vooral gruwelijk. Het voordeel van zo´n afgrijselijk traject is, dat het straks alleen maar mooier kan. En dat krijgen we bij deze rivier. Een weg langs een bochtige rivier is bijna altijd interessant. Je weet namelijk nooit wat er om de volgende hoek gebeurt. Iedere keer sta je weer voor een verrassing. Is het niet een naderende, gestresste automobilist, dan is wel een toerfietser of een collega wandelaar. Of een idyllisch plaatje! Voor dat laatste gaan wij. In een weiland zien we een ooievaar. Een prachtige vogel, maar wel enigszins schuw. Dan schrikt hij op en vliegt weg. Hopelijk gaat ie ons huisje voorbij. Langs de voormalige kruitfabriek wandelen we naar het centrum van het dorp Ouderkerk a/d Amstel. Mooie oude panden met allerlei gevelstenen sieren de waterweg. Een oude weegbrug is nog in gebruik.
Bij café Loetje zit de gelagkamer vol met gasten. Ondanks dat ik een hunkerende trek heb in een bakje troost, vind ik dit adres te link voor een bezoekje. Midden in het dorp is nog het een en ander te vinden. Dus nog even doorzetten. Over een brug kruisen we de rivier. Midden op de brug blijf ik even stilstaan. Een blik opzij geeft een prachtig panorama. De grote kerk en veel statige gebouwen en daartussen kronkelt de rivier naar Uithoorn en splitst zich dan in het Drechtkanaal en de Kromme Mijdrecht. Mooier en Hollandser kan het bijna niet. De plaats Ouderkerk a/d Amstel verlaten we in zuidelijke richting langs het riviertje Bullewijk. Ter hoogte van restaurant de Voetangel splitst de Bullewijk zich in Holendrecht en Waver. Wij volgen onze route langs een smal pad van de waterloop Waver. Het pad komt uit in de buurtschap Stokkelaarsbrug. Een aantal woningen, een ophaalbrug en een smederij. Daarmee heb je het gehad. Bij Stokkelaarsbrug is wederom een vaarsplitsing. De Waver gaat over in Oude Waver en richting Abcoude als Winkel. Het wordt wel een beetje verwarrend, maar het is niet anders. Links in de polder ‘Waardassacker en Holendrecht’ neemt een haas het hazenpad en rent langs een sloot. In het weiland wemelt het van de ganzen. De haas rent kennelijk voor z’n leven en de feestdagen zijn toch echt voorbij. Eén voor één stuiven de ganzen op. Ze hebben respect voor langoor. Even later nemen de ganzen weer plaats op het groene tapijt. De haas rent door en door. Dan is ie uit ons gezichtsveld verdwenen.
Langs het voormalig Fort aan de Winkel lopen we de plaats Abcoude binnen. In het centrum van het dorp, tegenover een ophaalbrug, zien we het markante gebouw van het Gemeente- en Polderhuis van Abcoude. Slechts twee straten en dan bevinden we ons weer in het polderland. Even voorbij Abcoude kruisen we de spoorbaan over een gloednieuwe spoortunnel. We lopen vervolgens langs de stille zijde van het kronkelende riviertje Het Gein. Een smal weggetje met een lengte van ongeveer 5 kilometer. Dit is een ideaal wandelgebied met mooie vergezichten. Vroeger was Rembrandt van Rijn hier menigmaal te vinden. Hij deed inspiratie op aan de schoonheid van de omgeving en legde deze op het linnen of middels een pentekening vast. Vandaag bestaan de weggebruikers uit een handjevol wandelaars, enkele groepjes toerfietsers en een verdwaalde automobilist. De vaarweg wordt nauwelijks gebruikt. Bij een kwakkelende winter met matige vorst zijn er meer mensen op het bevroren water te vinden dan er in het gehele jaar aan pleziervaartuigen voorbij varen. De deuren van het zondagsschooltje halverwege deze landelijke weg zijn gesloten, ondanks dat het vandaag de dag des Heren is. Aan het eind van de weg, ter hoogte van het dorp Driemond, treffen we een grote melkveehouderij aan. De stallen zijn recentelijk opgetrokken en het vee staat binnen.
De grote boogbrug over het Amsterdam-Rijnkanaal wordt via het voetpad genomen. Juist op dat moment vaart er een tanker voorbij. De beroepsvaart kent geen rustdag. Wij wandelen even later de stad Weesp binnen. De wieken van molen ’t Haantje staan in ruststand. De driekleur hangt slap aan een vlaggenstok. Er is bijna geen zuchtje wind. Via een winkelstraat en over een ophaalbrug komen we bij Fort aan de Ossenmarkt, een imposant verdedigingswerk dat vroeger tot de Stelling van Amsterdam en de Nieuwe Hollandse Waterlinie behoorde. Via de Fortbrug kruisen we het water van de Vecht en lopen de komende kilometers langs deze rivier. Ter hoogte van Fort Uitermeer vinden we een grenspaal van het Ministerie van Oorlog langs de kant van de weg. Een paal die ik op de talloze wandelingen die ik hier gemaakt heb, mij nog nooit is opgevallen. Bij nadere inspectie van de paal onderscheiden we de letter O van het Ministerie van Oorlog met daaronder de cijfers 24. De paal staat diep in de berm en valt een passant nauwelijks op. Dit is waarschijnlijk ook de reden waarom de steen nog steeds op deze plek te bewonderen is. Via een lange, kaarsrechte weg lopen we via de westkant het natuurgebied Naardermeer voorbij. Alleen de spoorlijn van Amsterdam naar Hilversum doorkruist het natuurgebied. Daarna arriveren we in de plaats Naarden. Dit is het moment dat we er voor vandaag een punt achter zetten. Vanuit Naarden is de terugreis met Openbaar Vervoer makkelijk te maken.
wordt vervolgd