Winterwandeling in Twello
De vierde wandeling over 40 km van de winterserie van WS’78 wordt gehouden in het Gelderse dorp Twello, een plek niet ver van de rivier de IJssel met op de achtergrond de Hanzestad Deventer. Een aantrekkelijke locatie om een flinke wandeling te maken en te genieten van de prachtige landelijke natuur. Om er op een zaterdagmorgen met het openbaar vervoer bijtijds te komen is een geheel andere zaak. Dus besloten we van de week een hotelletje te boeken. Met een tas als bagage begeven we ons vrijdagmorgen naar het station van Diemen. Een reis met twee overstappen loopt op rolletjes en anderhalf uur later staan we op het perron van Twello. Het eerste station van deze plaats werd al in 1886 gebouwd. Tevreden slenteren we naar ons onderkomen. De temperatuur schommel-de vannacht rond het vriespunt en daarna is het kwik nog weinig gestegen. We mogen het dus best fris noemen.
Om maar meteen te genieten van de omgeving besluiten Cisca en ik om op verkenning te gaan. Als een ervaren wandelaar heb ik een topografische kaart met een schaal van 1:25000 bij me gestoken. Ook een kompas ontbreekt niet aan m’n persoonlijke standaard uitrusting. Vandaag willen we aan de westzijde van de rivier de IJssel blijven en we begeven ons uitsluitend in een agrarische omgeving. Geen bossen, geen heuvels, geen historische gebouwen alleen boerderijen en akkerlanden. Toch heeft ook dit z’n bekoring. Daar de stad Deventer nog over een aantal oude grenspalen beschikt gaat onze verkenningstocht in die richting. De laatste jaren heeft de gemeente Twello aardig wat huizen op haar grondgebied bijgebouwd en dat staat niet op mijn topografische kaart. Dus het is even zoeken om het juiste pad te traceren. Toch weten we 5 van de 7 aangegeven grenspalen op te snorren en dat is na zoveel jaar een gunstig resultaat. Tijdens onze verkenningstocht doen we naast Deventer ook nog het dorpje Wilp aan. Als we weer terug zijn bij ons hotel hebben we zo’n 20 km afgelegd. Maar morgen staat er een langere tocht op het programma.
Na een goede nachtrust sta ik even voor half acht op, juist voordat de wekker gaat rinkelen. Niet veel later zit ik aan het ontbijt, terwijl Cisca nog lekker op bed blijft liggen. De wandeling van het hotel naar het startgebouw is te kort voor een volledige warming-up. Rond 09:00 uur ga ik samen met Ilonka van Bemmel, Rob Tersteeg en Antoine Hunting op stap. Even aanzetten en we bevinden ons in de kopgroep van een peloton van bijna 350 deelnemers. Dit moet wel want we zullen straks heel wat klompenpaden voor onze kiezen krijgen. Dit betekent veel modder, gladde paden en tenslotte natte voeten. En als je je bedenkt dat een flinke groep je net voor is gegaan, dan zijn de paden nog slechter te belopen.
Het parcours leidt ons over mooie paden van het landgoed Hartelaar. En dan zijn ze er. Jawel, de klompenpaden. We gaan inderdaad over moeilijk begaanbare paden en we moeten ons er terdege van bewust zijn dat een uitglijder zo is gemaakt. Dit kan in de naastliggende sloot zijn, maar ook in de afrastering van prikkeldraad langs een weiland. Heel even denk je aan Johnny Hoogerland. Niet lang hoor! In ganzenpas begeven we ons voorwaarts. De omgeving is geweldig en we genieten met volle teugen. Regelmatig moeten we via een opstapje een hekwerk, afrastering of een gespannen prikkeldraad passeren. We hebben al aardig wat energie verbruikt, maar een aanraking met prikkeldraad lijkt ons geen goed idee. Uiteindelijk weet je nooit hoeveel spanning de boer op het draad heeft gezet.
Bij vliegveld Teuge staat een overjarig toestel naast de landingsbaan. De aircraft dient nu als hotel. Ik heb me laten vertellen dat een overnachting op zo’n € 400,00 per nacht komt. Een unieke locatie, maar het geld vliegt dan wel je zak uit. Even later betreden we weer paden, die we normaliter links laten liggen. Het is wel uniek. Toch heeft de organisatie de slechtst begaanbare stukken uit de route genomen. Juist die delen staan helemaal onder water. Toch krijgen we nog het een en ander voorgeschoteld. We moeten een onverhard pad trotseren die veel weg heeft van een whirlpool. Tja, het kan niet anders en we springen van pol op pol om de voeten toch enigszins droog te houden. Via het gehucht Nijbroek arriveren we in de plaats Terwolde, waar de officiële rust bij Brasserie Kriebelz is gepland.
Ilonka trakteert ons op koffie met gebak, omdat ze van de week een jaartje ouder is geworden. Ik krijg een punt van een Tsjechisch walnotentaart met honing. Mmm, dat is lekker. En de hoeveelheid calorieën heb ik eigenlijk vanmorgen al verbruikt. De klompenpaden die we vervolgens krijgen zijn prima begaanbaar. Geen modder, geen prut, geen kans op een glijpartij, maar heerlijk kort gras. Een weldaad voor de voeten. Dan betreden we de trap van de IJsselbrug en aan de andere kant van de rivier bevinden we ons in Deventer. We lopen door een prachtig deel van de oude Hanzestad. Ik geniet met volle teugen. Mooie oude gebouwen, allerlei verschillende gevels, oude gevelstenen en in goede staat verkerende hijsbalken met schitterende windkasten.
Voor je het weet staan we weer bij de IJsselbrug en voor de tweede maal kruisen we het water. Aan de voet van de brug staat een houtzaagmolen. We volgen enige tijd de zomerdijk langs de rivier. Er is geen scheepvaart. Dus daar hebben we geen vertier aan. In de uiterwaarden van de Stads- of Bolwerksweiden keren we de rivier de rug toe. Dan stuit ik op een oude grenspaal van de stad Deventer. Eentje die me onbekend is en niet op de topografische kaart voorkomt. Gauw een plaatje voor m’n memory-stick. Over verschillende rustige paden en wegen keren we terug naar het startbureau en 40,645 km is onder onze voeten doorgegaan. Nog even met elkaar napraten over de mooie tocht en dan wacht een heerlijk warm bad in het hotel.